Terug
Gepubliceerd op 17/10/2023

Besluit  Gemeenteraad

ma 09/10/2023 - 19:30

Politiereglement betreffende de tijdelijke kampeerinrichtingen, niet-vergunningsplichtige kampeerterreinen en bivakplaatsen – goedkeuring (Kampreglement) - Goedkeuring

Aanwezig: Rudi Cober, Voorzitter
Liesbeth Van der Auwera, Burgemeester
Mario Knippenberg, Michel Theunissen, Jo Vandersteegen, Katja Verheyen, Schepenen
Martijn Geerits, Stefan Daniels, Lien Ceyssens, Jos Drykoningen, Rik Hertogs, Mathieu Kenis, Elly Langens, Elke Luyckx, Lode Tijskens, Edith Vanaken, Sietse Wils, Lambert Neyens, Luc Bloemen, Free Bamps, Jo Leenders, Ingrid Bongers, Mark Breemans, Gemeenteraadsleden
Stefan Goclon, Algemeen directeur
Verontschuldigd: Dries Tyskens, Mia Weltjens, Gemeenteraadsleden
Regelgeving

De gemeenteraad:

 

Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;

 

Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;

 

Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;

 

Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;

 

Gelet op het bosdecreet van 13 juni 1990, zoals gewijzigd;

 

Gelet op het decreet van 21 oktober 1997 op het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, zoals gewijzigd (verder natuurdecreet genoemd);

 

Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende de verblijven en verenigingen die een werking uitoefenen in het kader van ‘Toerisme voor Allen’, zoals gewijzigd;

 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffende de erkenning en de financiële ondersteuning van verenigingen in het kader van « Toerisme voor Allen » , gewijzigd bij besluit van 18 april 2008.

 

Gelet op het decreet van 5 februari 2016 betreffende het toeristische logies, zoals gewijzigd (verder logiesdecreet genoemd);

 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017 tot vaststelling van de specifieke brandveiligheidsnormen waaraan het toeristische logies moet voldoen, zoals gewijzigd;

 

Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 6 juni 2016 houdende de goedkeuring van het politiereglement betreffende de tijdelijke kampeerinrichtingen, niet-vergunningsplichtige kampeerterreinen en bivakplaatsen;

Voorwerp en motivering

Gelet op artikel 3 van het decreet van 5 februari 2016 betreffende de toeristische logies, dat stelt dat dit decreet niet van toepassing op de volgende toeristische logiezen:

  • terreinen waarop gedurende maximaal 75 kalenderdagen per jaar wordt gekampeerd in het kader van een evenement of door georganiseerde groepen kampeerders die onder toezicht van een of meer begeleiders staan. De eigenaar of exploitant van het terrein brengt de burgemeester van de gemeente waar het terrein ligt, vooraf schriftelijk op de hoogte als het terrein als dusdanig wordt gebruikt;
  • een bivakzone, als die aangegeven is in een toegankelijkheidsregeling conform en ter uitvoering van het Bosdecreet van 13 juni 1990 of het decreet van 21 oktober 1997 op het natuurbehoud en het natuurlijk milieu;
  • een inrichting die wordt gebruikt voor de werking van een jeugdwerkinitiatief dat erkend, gesubsidieerd of georganiseerd is door de Vlaamse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschapscommissie of door lokale besturen, waarin wordt verbleven of waarnaast wordt gekampeerd gedurende maximaal zestig kalenderdagen per jaar door georganiseerde jeugdgroepen die onder toezicht van een of meer begeleiders staan. De eigenaar of exploitant van de inrichting brengt de burgemeester van de gemeente waar de inrichting ligt, vooraf schriftelijk op de hoogte als de inrichting als dusdanig wordt gebruikt.

 

Overwegende dat aldus kampeerterreinen en jeugdverblijfcentra, die ook gebouwen kunnen omvatten, die traditioneel aangewend worden als tijdelijke verblijfsaccommodatie gedurende hoofdzakelijk weekends en schoolvakanties door jeugdbewegingen en andere al dan niet georganiseerde groepen en onder toezicht van één of meerdere begeleiders, niet altijd onderworpen zijn aan voornoemd logiesdecreet en bijhorende uitvoeringsbesluiten;

 

Overwegende dat in het belang van de openbare orde, veiligheid en gezondheid ook het kamperen op deze terreinen en inrichtingen dient gereglementeerd te worden;

 

Overwegende dat dergelijke reglementering goede afspraken betreffen die ook het jeugdtoerisme in de stad ten goede komt;

 

Overwegende dat het stadsbestuur het kampeerseizoen zo aangenaam mogelijk wil maken voor zowel kampeergroepen, uitbaters van bivakplaatsen, buurtbewoners als andere belanghebbenden;

 

Gelet op de zonale richtlijnen van de Hulpverleningszone Noord-Limburg m.b.t. de tijdelijke kampeerinrichtingen en niet-vergunningsplichtige kampeerterreinen;

 

Gelet op de zonale richtlijnen van de Hulpverleningszone Noord-Limburg m.b.t. het gebruik van open vuur op publiek toegankelijke plaatsen;

 

Overwegende de vraag van de lokale politie CARMA tot uniformisering van de reglementering mbt kamperen in de steden en gemeenten binnen haar werkingsgebied;

 

Gelet op het voorstel van Kampreglement 2023 van de lokale politie CARMA, zoals goedgekeurd door het Zonecollege;

Publieke stemming
Aanwezig: Rudi Cober, Liesbeth Van der Auwera, Mario Knippenberg, Michel Theunissen, Jo Vandersteegen, Katja Verheyen, Martijn Geerits, Stefan Daniels, Lien Ceyssens, Jos Drykoningen, Rik Hertogs, Mathieu Kenis, Elly Langens, Elke Luyckx, Lode Tijskens, Edith Vanaken, Sietse Wils, Lambert Neyens, Luc Bloemen, Free Bamps, Jo Leenders, Ingrid Bongers, Mark Breemans, Stefan Goclon
Voorstanders: Liesbeth Van der Auwera, Mario Knippenberg, Rudi Cober, Michel Theunissen, Jo Vandersteegen, Katja Verheyen, Martijn Geerits, Stefan Daniels, Lien Ceyssens, Jos Drykoningen, Rik Hertogs, Mathieu Kenis, Elly Langens, Elke Luyckx, Lode Tijskens, Edith Vanaken, Sietse Wils, Lambert Neyens, Luc Bloemen, Free Bamps, Jo Leenders, Ingrid Bongers, Mark Breemans
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Art. 1: Het onderstaande 'Kampreglement CARMA' integraal goed te keuren.

 

Art. 2: Afschrift van dit besluit over te maken aan de Politiezone CARMA, de Hulpverleningszone Noord-Limburg en de gekende vast kampplaatsuitbaters van Bree.  

 

Art. 3: De bepalingen van Deel 2 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.

 

Kampreglement CARMA

 

Inhoud

HOOFDSTUK I – ALGEMENE  BEPALINGEN.. 3

Artikel 1 – Toepassingsgebied. 3

Artikel 2  - Definities. 3

HOOFDSTUK II – VERPLICHTINGEN KAMPEERDERS. 4

Artikel 4 – Melding deelnemers. 4

Artikel 5 – Brandveiligheid. 5

Artikel 6 – (Nacht)activiteiten. 6

HOOFDSTUK III – VERPLICHTINGEN UITBATER. 7

Artikel 7 – Huishoudelijk reglement 7

Artikel 8 - Groepenlijst 8

Artikel 9 -  Verplichtingen inzake veiligheid. 8

Artikel 10 – Verplichtingen inzake volksgezondheid en hygiëne. 11

HOOFDSTUK IV – HANDHAVING.. 11

Artikel 11 – Controle. 11

Artikel 12 – Sancties. 12

HOOFDSTUK V – SLOTBEPALINGEN.. 12

Artikel 13 - Bekendmaking - toezicht 12

Artikel 14 - Inwerkingtreding. 13

Artikel 15 - Opheffingsbepaling. 13

 

HOOFDSTUK I – ALGEMENE  BEPALINGEN

Artikel 1 – Toepassingsgebied

Deze politieverordening is van toepassing op kampeerterreinen en jeugdverblijfcentra op het grondgebied van de stad Bree.

Artikel 2  - Definities

In deze politieverordening wordt begrepen onder:

·         Groepsverantwoordelijke: de meerderjarige persoon die deel uitmaakt van de groep en aangeduid en bevoegd is om voor de groep beslissingen te nemen;

·         Jeugdverblijfcentrum (JVC): inrichting die ter beschikking gesteld wordt en/of gebruikt wordt voor het recreatief verblijf door kampeerders, ongeacht of de inrichting erkend is in het kader van het Vlaams logiesdecreet 2023;

·         Kampeerders: alle deelnemers van een groep aan een kamp die verblijven op een kampeerterrein-of in een jeugdverblijfcentrum;

·         Kampeerterrein: openluchtrecreatief verblijf waar, (jeugd)groepen tijdelijk in tenten overnachten;

·         Kamp: de aaneengesloten periode dat kampeerders overnachten, ongeacht het aantal leeftijdsgroepen;

·         Nachtactiviteit: alle (buiten)activiteiten van een groep of deel van een groep kampeerders die plaatsvinden tussen 22.00 en 07.00 uur op en/of buiten het domein van het kampeerterrein of het jeugdverblijfcentrum.

·         Uitbater: iedere eigenaar, huurder, concessiehouder, vruchtgebruiker of pachter van een kampeerterrein of jeugdverblijfcentrum die optreedt als verhuurder aan een groep;

·         Verantwoordelijk beheerder: diegene die in naam van de uitbater het dagdagelijks beheer heeft over het kampeerterrein of jeugdverblijfcentrum en richtlijnen geeft over het gebruik van de locatie;

·         Bos: een grondoppervlakte zoals vermeld in artikel 3, § 1 en § 2, van het Bosdecreet van 13 juni 1990, met uitsluiting van de grondoppervlakten, vermeld in artikel 3, § 3, van het voormelde decreet;

·         Natuurdomein: een terrein in beheer van het agentschap voor Natuur en Bos.

·         Speelzone: stukken natuurreservaat of bos waar kinderen, jongeren en hun begeleiders vrij kunnen spelen en daarbij de paden mogen verlaten.

 Artikel 3 – Verwerking persoonsgegevens

De verwerking van persoonsgegevens worden voor interne doeleinden gevraagd in het kader van de veiligheid van alle deelnemers. In elke noodsituatie moet zowel de politie als de burgemeester op de hoogte zijn van het aantal personen dat in de regio verblijft. De persoonsgegevens worden niet doorgegeven aan andere organisaties, behalve om te voldoen aan wettelijke verplichtingen en in geval van uitdrukkelijk verzoek van de gerechtelijke autoriteiten of politiediensten.

 

HOOFDSTUK II – VERPLICHTINGEN KAMPEERDERS

Artikel 4 – Melding deelnemers

Elke kampgroep dient voor hun aankomst de volgende gegevens te bezorgen aan:

1)      Uitbaters kampeerterrein/jeugdverblijfcentrum:  

  • naam vereniging, verblijfsperiode, verblijfplaats;
  • naam en contactgegevens groepsverantwoordelijke en vervangend verantwoordelijke;
  • lijst van alle deelnemende leiding (incl. kookouders,...);
  • lijst van alle deelnemende leden.


*Vanaf de leeftijd van 18 jaar zijn volgende gegevens nodig: naam, voornaam, geboorteplaats, geboortedatum, nationaliteit en nummer identiteitskaart. Voor Belgische deelnemers volstaan naam, voornaam en rijksregisternummer.
Voor kinderen tot de leeftijd van 17 jaar volstaan naam en voornaam.

  2)   het stadsbestuur:

  • naam vereniging, verblijfsperiode, verblijfplaats;
  • naam en contactgegevens groepsverantwoordelijke en vervangend verantwoordelijke;
  • lijst van alle deelnemende leiding (incl. kookouders,…) met naam, adres, postcode en gemeente, geboortedatum (of rijksregisternummer) en gsm-nummer;
  • lijst van alle deelnemende leden met naam, adres, postcode en gemeente en geboortedatum (of rijksregisternummer);
  • datum kampvuur

Deze gegevens worden genoteerd op een daarvoor bestemd formulier dat ter beschikking wordt gesteld door het stadsbestuur.

De groepsverantwoordelijke kan op elk moment tijdens calamiteiten digitaal de actuele lijst bezorgen aan de daarvoor bestemde overheid.

3)      de politie (zie website):

  • naam vereniging, verblijfsperiode, verblijfplaats;
  • aantal deelnemers
  • naam en contactgegevens groepsverantwoordelijke;
  • data, plaats en aantal deelnemers nachtactiviteit
  • datum kampvuur

Wijzigingen tijdens het verblijf dienen zo snel mogelijk doorgegeven te worden.

 *Bron: Wbsite CJT (https://cjt.be/gdpr)

Artikel 5 – Brandveiligheid

§1. Verplichtingen i.v.m. het gebruik van vuur

De bepalingen in deze politieverordening doen geen afbreuk aan de voor het organiseren van een kampvuur van toepassing zijnde wettelijke bepalingen, waaronder:

  • Veldwetboek,
  • Bosdecreet,
  • Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning (VLAREM),
  • Politieverordening ter beteugeling van overlast.

Voor het houden van een kampvuur dient op voorhand een toelating bekomen te worden conform de richtlijnen van het stadsbestuur en de uitbater.

De zonale richtlijnen van de Hulpverleningszone Noord-Limburg m.b.t. het gebruik van open vuur op publiek toegankelijke plaatsen zijn onverminderd van toepassing.

Verder gelden er volgende verplichtingen:

  • Het kampvuur mag enkel worden gemaakt op de daartoe voorziene of door de uitbater aan te duiden plaats op het kampeerterrein of bij het JVC.
  • Er dient permanent een meerderjarige toezicht te houden op het vuur. Minderjarigen worden nooit alleen bij het kampvuur gelaten.
  • Het kampvuur wordt ten laatste om 24.00u gedoofd met water en mag niet blijven smeulen.
  • Er mag enkel droog hout worden gebruikt om felle rookontwikkeling en overlast te vermijden. Breng daarom uw droog hout mee of contacteer uw uitbater voor verkooppunten. Leg dit hout op een veilige afstand van het kampvuur.
  • Het is niet toegelaten om bomen in de bossen te kappen of hout uit de bossen te sprokkelen. Dit conform het bosdecreet art. 95 + 97 §1 2. : Behoudens machtiging van het Agentschap of toestemming van de eigenaar is het verboden in alle openbare bossen het dode hout, op de grond liggend of nog aan de stam bevestigd, te verwijderen tenzij het behoort tot een partij verkochte bomen.
  • Behandeld (afval)hout of andere afvalstoffen mogen nooit worden gebruikt. Het gebruik van brandversnellers of andere vloeistoffen is verboden.
  • Er dient maximaal rekening te worden gehouden met de windrichting zodat er geen hinder (bv. rook- en geurhinder) ontstaat voor de omwonenden.
  • Brandblusmiddelen moeten in de directe omgeving van het kampvuur aanwezig zijn. Hou een schop en zand en enkele emmers water en brandblusapparaten bij de hand.
  • Bij hoog brandgevaar kan gevarencode oranje of rood worden afgekondigd. Vanaf dan is het verboden om een kampvuur te maken. Dit kan gebeuren in geval van uitzonderlijke droogte of felle wind. Uw kampuitbater brengt u hiervan op de hoogte.
  • Indien er code oranje of rood voor bos- en natuurgebied wordt afgekondigd, geldt dit automatisch ook voor alle andere kamplocaties op het grondgebied van de stad/gemeente en worden alle kampvuurmachtigingen ingetrokken.
  • Een overzicht van de brandfases en waarschuwingen in Vlaanderen vind je ook op de website: https://www.natuurenbos.be/waarschuwingen

·        De politie- en brandweerdiensten, het gemeentebestuur of het Agentschap voor Natuur en Bos kunnen in het kader van wettelijke bevoegdheden ten alle tijde beslissen om geen kampvuur te mogen aanleggen of per direct het kampvuur te doven. Deze beslissing dient nageleefd te worden.

§2. Verplichtingen i.v.m. het gebruik van kookvuur

  • Een kookvuur is uitsluitend te gebruiken voor de bereiding van maaltijden.
  • Een kookvuur mag enkel gemaakt worden op de daartoe voorziene plaats (contacteer de uitbater).
  • Het vuur heeft een diameter van maximaal 50 cm en een hoogte van maximaal 50 cm.
  • Er wordt enkel gebruik gemaakt van droog hout.
  • Een kookvuur mag enkel branden tijdens het koken.
  • Het vuur mag nooit smeulen en wordt ten laatste om 22.00u gedoofd. 

§3. Gebruik losstaande barbecue

Losstaande barbecues op hout of houtskool vallen niet onder de regeling van kookvuur en zijn niet toegelaten bij gevarencode oranje of rood.

§4. Specifieke voorschriften voor kampeerders op kampeerterreinen

De verwarmings- en kooktoestellen moeten beantwoorden aan de reglementeringen en normen. De elementaire veiligheidsvoorzieningen voor de kook- en verwarmingstoestellen dienen genomen te worden in functie van de opstelling, de goede staat van de leidingen en het materiaal en het gebruik.

Gasflessen worden beschermd tegen zonnestraling en omvallen. Op de gasleidingen bevindt zich voor elk toestel een goed bereikbare afsluitkraan.

Verwarmingstoestellen met open vlam en verplaatsbare verwarmingstoestellen met vloeibare brandstof zijn verboden.

Kookvuren worden zo aangelegd dat het vuur geen uitbreiding kan nemen. Eenmaal aangestoken staan ze onder permanent toezicht. Er zijn steeds brandbestrijdingsmiddelen aanwezig.

Artikel 6 – (Nacht)activiteiten

§1. Indien men nachtactiviteiten wenst te organiseren moet deze op voorhand gemeld worden aan de politie:

In het bos en natuurdomein mogen er geen nachtactiviteiten plaatsvinden tussen zonsondergang en zonsopgang, met uitzondering van het speelbos en de kampplaats.

Conform het besluit van de administrateur-generaal houdende goedkeuring van de toegankelijkheidsregeling voor de domeinbossen, openbare bossen en Vlaamse natuurreservaten gelegen in Nationaal Park Hoge Kempen grondgebied gemeente As, Genk, Oudsbergen, Zutendaal en Bree dd 2014, art. 3; 3.3 is het gebied, behoudens onder begeleiding door beheerder of gemachtigde, enkel toegankelijk een half uur voor zonsopgang tot een half uur na zonsondergang. Het betreden na deze tijden onder begeleiding door een beheerder of gemachtigde is op eigen risico, zodat beheerder niet kan worden aangesproken voor vergoeding van deze schade.

Bij de melding dient er een precieze omschrijving gegeven te worden van de activiteit(en), het aantal deelnemers, de vermoedelijke duur en de situering waar de activiteit(en) zich zal afspelen. Ook dienen de gsm-nummers van de groepsverantwoordelijken vermeld te worden.

§2. Bij elke nachtactiviteit, buiten de kampplaats, dient er veiligheidshalve voldoende verlichting gebruikt te worden en dient men reflecterende kledij of attributen te dragen.

§3. De burgemeester kan in het kader van de openbare orde, veiligheid en rust bijzondere voorwaarden opleggen of de betreffende activiteit verbieden.

§4. Kampeerders en recreanten mogen zich enkel begeven op de toegankelijk gestelde wegen en paden in het bos en de natuurgebieden. Enkel in speelzones is het toegelaten om af te gaan van paden en wegen en mag in het hele speelbos gespeeld worden.

§5. Het gebruik van radio’s, televisietoestellen, jukeboxen, grammofonen, registreerapparaten, luidsprekers en in het algemeen alle soorten ontvang- en zendtoestellen, binnenshuis, op de kampeerdomeinen mag geen overlast veroorzaken in de buurt, onverminderd de geldende voorschriften van VLAREM II voor muziekactiviteiten.

§6. Het kampeerterrein mag enkel met kleine pijltjes worden aangeduid langs de openbare weg. Deze dienen voor het beëindigen van de kampperiode allemaal verwijderd te worden.

Zowel op als in de omgeving van het kampeerterrein zal de natuur en het openbaar en privaat domein met de nodige eerbied behandeld worden.

 

HOOFDSTUK III – VERPLICHTINGEN UITBATER

Artikel 7 – Huishoudelijk reglement

§1. Het kampeerterrein of jeugdverblijfcentrum dient te beschikken over een huishoudelijk reglement. De uitbater zorgt ervoor dat de tekst van het huishoudelijk reglement, alsook van deze politieverordening, alsook eventuele richtlijnen van de hulpverleningszone, ten laatste bij aankomst overhandigd te worden aan de groepsverantwoordelijke, die tekent voor ontvangst hiervan.

§2. Dit huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met deze politieverordening en moet minstens de volgende elementen bevatten:

  • verwijzing naar deze politieverordening;
  • wachtdiensten van huisartsen, apothekers, tandartsen,...;
  • telefoon en adres van hulp- en veiligheidsdiensten;
  • opsomming van brandbestrijdingsmiddelen en hun locatie op het terrein;
  • regeling omtrent de verantwoordelijkheid voor het voorzien van EHBO-materiaal;
  • regeling omtrent de afvalverzameling en –verwijdering.

Artikel 8 - Groepenlijst

Elke uitbater legt, conform de richtlijnen van het stadsbestuur, aldaar een lijst neer die het aantal deelnemers en contactgegevens groepsverantwoordelijke omvat die van zijn/haar voorzieningen gebruik zullen maken.


Wijzigingen zullen zo snel mogelijk ter kennis gebracht worden aan het stadsbestuur.

Artikel 9 -  Verplichtingen inzake veiligheid

De  zonale richtlijnen van de Hulpverleningszone Noord-Limburg m.b.t. de tijdelijke kampeerinrichtingen en niet-vergunningsplichtige kampeerterreinen zijn onverminderd van toepassing;

§1. Technische en veiligheidsuitrustingen

1° Voor gebouwen en/of vaste installaties

·         Volgende periodieke keuringen en/of onderhoudsbeurten dienen periodiek uitgevoerd te worden:

VOORWERP

UITVOERDER

PERIODICITEIT

Goederen- en keukenlift

EDTC

Driemaandelijks

Personenlift

EDTC

Drie- of zesmaandelijks

Elektrische hoogspanningsinstallatie

EDTC

Jaarlijks

Elektrische laagspanningsinstallatie en veiligheidsverlichting

EDTC

Vijfjaarlijks

Veiligheidsverlichting

BP

Jaarlijks

Centrale verwarming

(stookolie)

BT

Jaarlijks

Centrale gasverwarming

BT

Tweejaarlijks

Dichtheidscontrole gasleidingen- en toestellen, vaste gastanks

EDTC of BT

Vijfjaarlijks, bij in dienststelling of bij wijzigingen

Automatische gasdetectie/brandstofafsluiters

EDTC

Jaarlijks

Schoorstenen en rookkanalen (toestellen op vaste/vloeibare brandstof)

BT

Jaarlijks

Melding-, waarschuwing- en alarminstallatie.

 

Algemene automatische branddetectie

BT

(autonomie, goede werking, onderhoud)

Jaarlijks

EDTC (keuring)

Vijfjaarlijks

Autonome branddetectoren

BP

Driemaandelijks

Draagbare brandblustoestellen

BT

Jaarlijks

Blusmiddelen, evacuatiewegen, trappen, ladders, enz. (goede staat, bruikbaarheid)

BP

Tijdens de uitbating

EDTC : externe dienst voor technische controles

BP : bevoegde persoon: persoon die al dan niet tot het eigen personeel behoort (zie artikel 28 van het ARAB) of de exploitant zelf, op voorwaarde dat hij voldoende kennis van de toestellen heeft

BT : bevoegde technicus: persoon of organisatie met de nodige kennis, het nodige materiaal, de nodige erkenning enzovoort om dergelijke controles te doen (bijvoorbeeld gasdichtheid: gehabiliteerde installateur; verwarming: erkende technicus enzovoort)

·         In de inrichting dient een veiligheidsregister ter inzage te liggen voor de bevoegde personen. Dit register bevat informatie over veiligheidsvoorschriften en vergunningen:

  • het recentste brandweerverslag met het brandveiligheidsattest (model: Vlaams logiesdecreet 2023) niet ouder dan 5 jaar;
  • verslagen van de periodieke controles;
  • verzekeringspolis objectieve aansprakelijkheidsverzekering tegen brand en ontploffing (wet van 30/07/1979);

·         De uitbater zorgt ervoor dat de nodige keuringen, onderzoeken en controles uitgevoerd worden.

2° Specifieke voorschriften voor kampeerterreinen met tenten

·         De elektrische installatie dient de nodige veiligheidswaarborgen te bieden.

·         Drinkwaterinstallaties moeten voldoen aan de vereiste normen.

§2. Wegen/paden

  • Het kampeerterrein- of JVC moet steeds bereikbaar zijn voor voertuigen door middel van één of meerdere wegen.
  • Minstens één toegangsweg moet steeds vrij blijven voor de voertuigen van de brandweer en ziekenwagens.
  • Elk kampeerterrein en de parkeerplaatsen zijn op maximaal 60 meter van een berijdbare weg voor de hulpdiensten gelegen. Deze wegen:
    • hebben een minimale verharde breedte van 4 meter;
    • hebben een minimale vrije hoogte van 4 meter;
    • en zijn berijdbaar in alle weersomstandigheden.
  • De gebouwen met meer dan één bouwlaag dienen bereikbaar te zijn voor de voertuigen van de brandweer.
  • De toegangsweg voor de brandweer en de ziekenwagen dient op een kaart aangeduid te zijn en wordt kenbaar gemaakt aan elke kampgroep.
  • Bij de opstelling van de tenten op het terrein wordt een strook met een vrije breedte en hoogte van 4 meter vrijgehouden:
    • om twee of meerdere toegangswegen tot het terrein voor de hulpdiensten met elkaar te verbinden;
    • doorheen het midden van het kampeerterrein.
  • Afwijkende breedte en hoogte van de toegangswegen kan met toestemming van de brandweer.

§3. Brandveiligheid

  • Het kampeerterrein of jeugdverblijfcentrum moet de gebruikers een behoorlijke huisvesting garanderen en moet voldoen aan de normen en wetgeving inzake brandveiligheid die erop van toepassing zijn, conform het “Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de specifieke brandveiligheidsnormen waaraan het toeristische logies moet voorzien” dd 23/12/2023.
  • Bluspost voor kampeerterreinen zonder gebouwen of kampeerterreinen op meer dan 100 m van de bijhorende verblijfplaats: elk kampeerterrein moet uitgerust zijn met minimaal één bluspost. Geen enkel punt van het kampeerterrein mag zich verder dan 100 m bevinden van de dichtstbijzijnde bluspost.

          Inhoud van de bluspost:

    • Twee snelblustoestellen van het type ABC-poeder of water/schuim (voorzien van het BENOR-label), beantwoordend aan NBN EN 3, met tenminste 6 kg inhoud elk of gelijkwaardig. De snelblustoestellen dienen jaarlijks gekeurd te worden door een bevoegde technicus (zie tabel periodieke keuringen);
    • Twee met zand gevulde emmers en twee metalen schoppen.
  • Het brandbestrijdingsmateriaal moet worden ondergebracht op een vaste plaats die steeds bereikbaar is. De bluspost moet voorzien zijn van de vermelding ‘Brandweermateriaal’ in letters van tenminste 8 cm hoog in rode kleur op een witte achtergrond.
  • Aanwijzingsborden met de vermelding ‘Bluspost’ van dezelfde grootte en kleur als in het voorgaande bepaald, dienen op verschillende plaatsen van het terrein aangebracht te worden om de kortste weg naar deze blusposten aan te duiden.
  • Instructies bij brand:
    Op elk kampeerterrein en in elk jeugdverblijfcentrum dient minstens volgende informatie uitgehangen te worden:
    • instructies in geval van brand, minstens opgesteld in het Nederlands, het Frans, het Duits en het Engels;
    • een vereenvoudigd samenvattend plan van het kampeerterrein of van elk gebouw met aanduiding waar de brandbestrijdingsmiddelen en de evacuatiewegen zich ten opzichte van de andere ruimten in het gebouw bevinden;
    • het internationaal noodnummer 112;
    • de contactgegevens van de persoon die voor jeugdvereniging gedurende het verblijf bereikbaar is in geval van nood.
  • Digitaal interventiedossier:
    Elke uitbater van een kampeerterrein en/of jeugdverblijfcentrum dient een digitaal interventiedossier te hebben. Dit dossier wordt gemaakt met behulp van het gratis aangeboden ‘Digitale Interventieplatform’ (DIP), te vinden op de website: https://noord-limburg.hulpverleningszone.be/
    Een interventiedossier bevat alle detailinformatie over een site (o.a. toegangen, gevaren, voorzieningen, contactpersonen,…) die de brandweer in staat stelt snel en efficiënt in te grijpen bij een incident.

Artikel 10 – Verplichtingen inzake volksgezondheid en hygiëne

§1. Indien mogelijk, zal het kampeerterrein of jeugdverblijfcentrum uitgerust zijn met een installatie voor de afvoer van het afvalwater en fecaliën, tenzij er een aansluiting is op het openbaar rioleringsnet. Indien dit niet mogelijk is, zal de uitbater de nodige afspraken maken met de kampgroepen.

§2. Het is de plicht van de uitbater om te voorzien in een systeem van afvalverzameling en –ophalen dat voldoet aan de geldende afvalwetgeving.

Het ingezamelde afval dient regelmatig te worden afgevoerd. De uitbater dient al het nodige te doen om geurhinder ten gevolge van opslag en afvoer van afval te vermijden. De uitbater dient te voorzien in een voorhouden plaats voor de inzameling van het afval, bestaande uit voldoende ruime recipiënten die voor ongedierte ontoegankelijk dienen te zijn. Het is ook verboden afval te begraven in de grond.

De kampeerders dienen de voorschriften van de uitbater nauwgezet op te volgen.

 

HOOFDSTUK IV – HANDHAVING

Artikel 11 – Controle

§1. De politie, brandweer, de burgemeester of afgevaardigde ambtenaren van het stadsbestuur en eventuele andere bevoegde diensten hebben het recht om de kampeerterreinen of JVC ten alle tijde te controleren en dienen na afdoende legitimatie toegang te krijgen tot het kampeerterrein en/of de terreinen van de kampeerverblijven in het kader van wettelijke bevoegdheden.

§2. De uitbater, de beheerder en de kampeerders dienen bijkomende raadgevingen en/of opgelegde maatregelen van bovenvermelde bevoegde personen strikt op te volgen.

§3. In spoedeisende gevallen en bij ernstige tekortkomingen kan de burgemeester of diens afgevaardigde de nodige maatregelen nemen om het kampeerterrein en/of de verblijven te ontruimen. Deze maatregelen dienen onmiddellijk opgevolgd te worden.

Artikel 12 – Sancties

§1. Voor zover wetten, besluiten, decreten, algemene en provinciale reglementen en verordeningen geen andere straffen voorzien, kunnen inbreuken op deze politieverordening, gepleegd door personen vanaf 16 jaar of door rechtspersonen, gesanctioneerd worden met een gemeentelijke administratieve sanctie:

  • een administratieve geldboete, of
  • een administratieve schorsing of intrekking van een door de stad afgeleverde toelating of vergunning, of
  • een tijdelijke of definitieve sluiting. 

§2. Als alternatief voor de administratieve geldboete, zoals voorzien in §1 zijn er volgende maatregelen mogelijk:

1° de gemeenschapsdienst, zoals voorzien in het betreffende reglement;

2° de lokale bemiddeling, zoals geregeld in het betreffende reglement.
    De bemiddelingsprocedure is wettelijk verplicht voor minderjarigen.

§3. Worden eveneens bestraft met een van de hierboven voorziene administratieve sancties: inbreuken op een machtiging of een besluit van de burgemeester of een administratieve sanctie van het college van burgemeester en schepenen.

§4. De omvang van de administratieve geldboete zal proportioneel zijn in functie van de ernst van de inbreuk die de boete verantwoordt en van eventuele herhaling. De boete zal ongeacht de omstandigheden alleszins het bedrag van het wettelijk voorziene maximum niet overschrijden.

§5. Naast het opleggen van een sanctie kunnen alle mogelijke wettelijke middelen gebruikt worden om onmiddellijk een einde te maken aan een inbreuk (o.a. inbeslagname).

 

HOOFDSTUK V – SLOTBEPALINGEN

Artikel 13 - Bekendmaking - toezicht

§1. Deze verordening zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 t.e.m. 288 Decreet over het Lokaal Bestuur en de wet van 24 juni 2013, meer specifiek artikel 15 m.b.t. minderjarigen.

§2. Een afschrift van deze verordening wordt bezorgd aan de bestendige deputatie van de provincieraad en aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan die van de politierechtbank.

Artikel 14 - Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024.

Artikel 15 - Opheffingsbepaling

Vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening worden alle politieverordeningen, reglementen en artikelen van politieverordeningen of reglementen die strijdig zijn met deze politieverordening geacht te zijn opgeheven, in het bijzonder het besluit van de gemeenteraad van 6 juni 2016 houdende de goedkeuring van het politiereglement betreffende de tijdelijke kampeerinrichtingen, niet-vergunningsplichtige kampeerterreinen en bivakplaatsen;