De voorzitter opent de zitting op 03/04/2023 om 19:30.
De notulen opgesteld volgens de richtlijnen van het DLB, worden goedgekeurd.
De gemeenteraad:
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Gelet op artikelen 32, 74, 277 en 278 van het Decreet over het Lokaal Bestuur met betrekking tot de verslaggeving en notulen van de gemeenteraad en OCMW-raad;
Overwegende dat de notulen in chronologische volgorde alle onderwerpen vermelden die de raad besprak, met de beslissingen en het resultaat van de stemming. De goedkeuring door de raad en de ondertekening door de voorzitter en de algemeen directeur verleent het stuk authenticiteit;
Overwegende dat de algemeen directeur verantwoordelijk is voor de opmaak en het bewaren van de notulen en van het zittingsverslag, dat laatste mag via audio-en/of visuele drager gebeuren;
Art. 1: De notulen van de gemeenteraad van 6 maart 2023, opgesteld volgens de richtlijnen van het DLB, worden goedgekeurd.
Art. 2: De bepalingen van Deel 2, Titel 7 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
Het zittingsverslag opgesteld volgens de richtlijnen van het DLB, wordt goedgekeurd.
De gemeenteraad:
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Gelet op artikelen 32, 74, 277 en 278 van het Decreet over het Lokaal Bestuur met betrekking tot de verslaggeving en notulen van de gemeenteraad en OCMW-raad;
Overwegende dat volgens de richtlijnen van het Agentschap Binnenlands Bestuur Vlaanderen het schriftelijk zittingsverslag een selectie bevat van wat er is gebeurd tijdens de openbare vergadering. Het vermeldt alle besproken onderwerpen en de essentie van de tussenkomsten en van de mondeling en schriftelijk gestelde vragen. De goedkeuring door de raad en de ondertekening door de voorzitter en de algemeen directeur verleent het stuk authenticiteit;
Overwegende dat de algemeen directeur verantwoordelijk is voor de opmaak en het bewaren van de notulen en van het zittingsverslag, dat laatste mag via audio-en/of visuele drager gebeuren;
Art. 1: Het zittingsverslag van de gemeenteraad van 6 maart 2023, opgesteld volgens de richtlijnen van het DLB, wordt goedgekeurd.
Art. 2: De bepalingen van Deel 2, Titel 7 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
Bij geheime stemming wordt een sanctionerend ambtenaar verkozen en aangesteld. Hij wordt belast met o.a. het opleggen van administratieve geldboetes i.h.k.v. de gemeentelijke administratieve sanctieregeling.
De gemeenteraad:
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Gelet op het KB van 21 december 2013 tot vaststelling van de kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden van de ambtenaar belast met de oplegging van de administratieve geldboete en tot inning van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet betreffende de gemeentelijke sancties;
Gelet op het besluit van deze gemeenteraad dd. 09 januari 2023 tot aanstelling van de heer Saverio Cagliostro als sanctionerend ambtenaar;
Gelet op het besluit van de provinciegouverneur dd. 10 maart 2023 tot vernietiging van voormeld besluit omwille van de niet correct verlopen stemming;
Overwegende dat door de recente uitbreiding van het toepassingsgebied van het GAS-reglement en de goedkeuring van de bijkomende Politieverordening betreffende beperkte snelheidsovertredingen, er een toename zal zijn in het volume aan dossiers;
Dat er bovendien voor de sanctionering korte termijnen worden opgelegd;
Dat het dan ook noodzakelijk is dat er een bijkomende sanctionerende ambtenaar wordt aangesteld;
Overwegende dat Saverio Cagliostro voldoet aan alle voorwaarden om aangesteld te worden als sanctionerend ambtenaar, die belast wordt met het opleggen van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes;
Overwegende dat er een positief advies van de procureur des konings m.b.t. de aanstelling voorligt;
Overwegende dat het vernietigingsbesluit dd. 10 maart 2023 enkel de wijze waarop de stemmen werden geteld als grond ter vernietiging heeft opgegeven en niet de inhoud van het besluit, zodoende dat de aanstelling opnieuw kan gebeuren, mits naleven van de toepasselijke procedurevoorschriften;
Dit agendapunt wordt goedgekeurd met 21 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 1 stem onthouden.
Art. 1: Bij geheime stemming en conform de procedure zoals bepaald in het huishoudelijk reglement (art. 32) van de gemeenteraad wordt de heer Saverio Cagliostro, aangesteld als sanctionerend ambtenaar. Hij wordt belast met o.a. het opleggen van administratieve geldboetes i.h.k.v. de gemeentelijke administratieve sanctieregeling.
Art. 2: De bepalingen van Deel 2, Titel 7 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
Het overzicht van de nominatieve werkings- en investeringssubsidies 2023 wordt goedgekeurd.
De gemeenteraad:
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Overwegende dat het toekennen van nominatieve subsidies een bevoegdheid is van de gemeenteraad;
Overwegende dat deze toelagen integraal deel uitmaakten van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 goedgekeurd door de gemeenteraad van 12/12/2022;
Art.1: Het overzicht van de nominatieve werkings- en investeringssubsidies 2023, zoals opgenomen in bijlage, wordt goedgekeurd.
Art. 2: De bepalingen van Deel 2, Titel 7 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
Het addendum tot aanvulling en aanpassing van de deontologische code voor gemeenteraadsleden wordt goedgekeurd en vervangt het huidige hoofdstuk "Naleving, controle en sanctionering” van de deontologische code voor gemeenteraadsleden.
De gemeenteraad:
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Overwegende dat door een wijziging van het decreet over het lokaal bestuur, alle lokale besturen die nog geen deontologische commissie hebben, er vanaf 2 maart 2023 een moeten oprichten en dat de lokale besturen die wel al een deontologische commissie hebben, deze moeten conformeren aan de nieuwe bepalingen daarover in het Decreet over het Lokaal Bestuur;
Dat dit zowel in de gemeente als in het OCMW dient te gebeuren;
Overwegende dat de decreetwijziging voornamelijk het volgende inhoudt:
- de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn moeten elk een deontologische commissie oprichten;
- de deontologische codes van zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moeten regels bevatten over de deontologische commissie, meer bepaald over de:
- de deontologische commissie van de gemeenteraad en die van de OCMW-raad bestaan beiden minstens uit één vertegenwoordiger per fractie in de gemeenteraad.
Overwegende dat, ook al is het juridisch nodig om voor de gemeente en het OCMW een aparte deontologische code en commissie te hebben, het aangeraden is om deze maximaal op elkaar af te stemmen;
Dat het de duidelijkheid, de expertise van de leden en de praktische werking ten goede komt als de gemeentelijke deontologische commissie en die van het OCMW samengesteld zijn uit dezelfde mensen en gelijkaardige bevoegdheden en werkingsregels hebben;
Overwegende dat de VVSG een model-addendum heeft opgesteld, ter aanvulling van de bestaande deontologische codes;
Dat er met een addendum wordt gewerkt, omdat het VVSG een grondige aanpassing plant aan de huidige modellen;
Dat de deontologische codes van zowel de stad als het OCMW Bree sterk geïnspireerd zijn op de VVSG-modellen, zodoende dat er gebruik kan worden gemaakt van het addendum, opgesteld door de VVSG, weliswaar op vlak van nummering aangepast aan de huidig geldende deontologische codes;
Dat het bestaande hoofdstuk “Naleving, controle en sanctionering” vervangen wordt door de tekst in het addendum;
Addendum tot aanvulling en aanpassing van de deontologische code voor gemeenteraadsleden
Artikel 29
De gemeenteraad richt een deontologische commissie op.
Het aantal leden van de deontologische commissie bedraagt 1 per fractie en evenveel als het aantal fracties in de gemeenteraad, aangevuld met de voorzitter van de gemeenteraad die toegevoegd wordt als voorzitter is van de deontologische commissie. Onafhankelijke raadsleden vormen geen fractie en zijn niet vertegenwoordigd in de deontologische commissie.
Elke fractie wijst het mandaat in de commissie toe met een voordracht gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad . Stel dat de raadsvoorzitter voordrachten ontvangt voor meer dan één fractielid als lid van de commissie, dan beslist de raad. Bij deze voordracht kunnen ook één of meer plaatsvervangers aangeduid worden die in opgesomde volgorde het commissielid vervangen bij afwezigheid of wanneer die betrokken partij is. Een plaatsvervanger is een raadslid voorgedragen door dezelfde fractie, tenzij de fractie maar één lid telt. In dat geval kan ook een raadslid van een andere fractie voorgesteld worden. Een fractie kan tijdens de bestuursperiode steeds beslissen een ander lid aan te duiden en/of één of meer plaatsvervangers te vervangen of toe te voegen.
Gaat het om een mogelijke schending van de code door de voorzitter van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover de voorzitter vervangen conform art. 7, §5, derde lid van het decreet over het lokaal bestuur.
Gaat het om een mogelijke schending van de code door een lid van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover het lid vervangen door een plaatsvervanger in volgorde van hoe ze door de fractie werden voorgedragen.
Artikel 30
De voorzitter van de deontologische commissie is verantwoordelijk voor de oproeping en stelt de agenda op.
De commissie vergadert minstens één keer per jaar en wordt in ieder geval bijeengeroepen wanneer dat nodig is conform art. 36 van deze code. De voorzitter is daarenboven gehouden de commissie bijeen te roepen op aanvraag van minstens een derde van haar leden.
De oproepingen vermelden in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en worden tenminste 8 dagen voor de vergadering aan de leden bezorgd. In geval van hoogdringendheid, te beoordelen door de voorzitter, wordt de bijeenroeping tenminste 3 dagen voor de vergadering bezorgd. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn. Voor elk agendapunt wordt het dossier dat erop betrekking heeft, ter beschikking van de leden van de commissie vanaf de verzending van de agenda.
De bezorging van de oproeping, de agenda en de dossier gebeurt op dezelfde wijze als dat gebeurt in de raad, met als verschil dat enkel de leden van de deontologische commissie deze oproep, agenda en dossiers ontvangen.
De vergaderingen van de deontologische commissie zijn niet openbaar.
De leden van de commissie werken volgens volgende principes:
- De handhaving is onpartijdig.
- Men is terughoudend met publiciteit.
- Men gaat zorgvuldig om met de vermeende schender.
Artikel 31
De commissie is bevoegd voor:
- Het formuleren van een gemotiveerd advies aan de raad over het vermoeden van een schending van deze code door personen die door deze code gevat worden zoals voorzien in de procedure van art. 35 tot 37 van deze code.
- Het geven van adviezen en aanbevelingen aan de raad over de inhoud van deze code met het oog op het bijsturen ervan. Dat kan op eigen initiatief van de commissie of minstens één keer per bestuursperiode op vraag van de raad conform art. 43 van deze code.
- …
Artikel 32
De gemeenteraad ziet erop toe dat de fracties en de individuele lokale mandatarissen volgens de deontologische code handelen.
Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de deontologische code, namelijk:
het voorkomen van mogelijke schendingen
het signaleren van vermoedens van schendingen van de deontologische code
het eventueel onderzoeken van vermoedens van schendingen van de deontologische code
het eventueel zich uitspreken over schendingen van de deontologische code
Artikel 33
Wanneer een lokale mandataris twijfelt of een handeling die hij/zij wil verrichten een overtreding van de code zou kunnen zijn, wint het lid hierover advies in bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
Artikel 34
Wanneer een lokale mandataris twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een andere lokale mandataris, dan waarschuwt hij/zij die persoon. De lokale mandataris verwoordt de twijfels en verwijst de betrokkene zo nodig door naar de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
Artikel 35
Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een regel van de deontologische code is overtreden door een andere lokale mandataris, dan kan hij/zij dit aankaarten bij de algemeen directeur (of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen).
Al dan niet na het gesprek met de algemeen directeur (of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen), wanneer het vermoeden van een schending blijft bestaan, meldt de lokale mandataris dit aan de voorzitter van de gemeenteraad en aan de algemeen directeur die samen een vooronderzoek doen onder mandaat van de deontologische commissie. De algemeen directeur kan een personeelslid aanwijzen om dat in zijn/haar plaats te doen.
Artikel 36
Wanneer de raadsvoorzitter en de algemeen directeur (of het daartoe aangewezen personeelslid) besluiten dat de melding onontvankelijk is dan betekent dit meteen het einde van de procedure die gestart werd naar aanleiding van dit vermoeden. De commissieleden worden hierover wel geïnformeerd.
Is de melding ontvankelijk dan onderzoekt de commissie de melding. De voorzitter van de deontologische commissie roept de commissie bijeen binnen de dertig dagen na de melding. De periode van dertig dagen wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus.
De commissie onderzoekt de melding en geeft zowel de melder als de vermeende schender de kans zich te laten horen. Ook mogelijke getuigen kunnen gehoord worden. Niemand kan daartoe verplicht worden.
Na het horen van betrokkenen bespreekt de commissie het vermoeden van schending en wordt een gemotiveerd advies overgemaakt aan de gemeenteraad.
Artikel 37
Enkel de gemeenteraad kan zich uitspreken of een mandataris van de gemeente een schending heeft begaan. Dat kan op basis van het gemotiveerd advies van de deontologische commissie. Als de raad beslist om af te wijken van het advies dan moet de vermeende schender de kans krijgen om door de raad zelf gehoord te worden vooraleer de raad ten gronde besluit.
Wanneer de gemeenteraad vaststelt dat deze code geschonden werd door een mandataris van de gemeente dan kan de raad:
- zich uitdrukkelijk distantiëren van het gedrag van een raadslid.
- vragen dat het raadslid zich verontschuldigt.
- beslissen een melding te doen bij het parket of Audit Vlaanderen.
- bij een kennelijk wangedrag of grove nalatigheid van of door de burgemeester, een schepen of de raadsvoorzitter een dossier overmaken aan de Vlaamse regering zodat die een tuchtonderzoek kan instellen.
- …
Artikel 38
Minimaal één keer per bestuursperiode evalueert de raad de deontologische code. De raad vraagt daarvoor eerst advies aan de deontologische commissie. Daarbij wordt o.a. bekeken of de code nog actueel is, nog goed werkt en of ze nageleefd wordt.
Art. 1: Het addendum tot aanvulling en aanpassing van de deontologische code voor gemeenteraadsleden, zoals in bijlage van dit besluit wordt gevoegd om er onlosmakelijk deel van uit te maken, wordt goedgekeurd. Het huidige hoofdstuk "Naleving, controle en sanctionering” van de deontologische code voor gemeenteraadsleden, wordt door dit addendum vervangen.
Art. 2: De bepalingen van Deel 2, Titel 7 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
Gelet op de wetgeving ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer wordt dit punt niet openbaar gemaakt.
De gemeenteraad:
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 07/03/2018 betreffende de goedkeuring van de Rechtspositieregeling houdende artikel 2, dat bepaalt dat de raad aanstellende overheid is voor de algemeen directeur en de financieel directeur;
Gelet op artikel 14 van de rechtspositieregeling dat bepaalt dat de aanstellende overheid de geldigheid van de voorgelegde bewijzen i.v.m. de aanwervingsvoorwaarden beoordeelt;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad d.d. 6 februari 2023 betreffende de vacantverklaring, vaststelling selectieprocedure en aanstelling selectiecommissie van een financieel directeur (klasse 3) in statutair verband;
Overwegende dat deze functie werd aangekondigd via onderstaande kanalen:
Overwegende dat de kandidaturen uiterlijk op 4 maart 2023 ingediend moesten worden;
Overwegende dat 11 personen hun kandidatuur hebben ingediend;
Art. 1: De gemeenteraad gaat akkoord dat de hieronder vermelde kandidaturen geldig verklaard worden en toegelaten worden tot de selectieproeven:
Art. 2: De gemeenteraad gaat akkoord dat de hieronder vermelde kandidatuur niet weerhouden kan worden omdat hij niet in het bezit is van een master diploma (of daarmee gelijkgesteld)
Art. 3: De gemeenteraad gaat akkoord dat de hieronder vermelde kandidaturen niet weerhouden kunnen worden omdat zij geen vijf jaar relevante beroepservaring kunnen voorleggen:
Het jaarverslag en de jaarrekening van de IGS Handhaving RO Midlim voor het werkjaar 2022 wordt respectievelijk goedgekeurd en vastgesteld en de vertegenwoordigers voor Bree in het Beheerscomité van het IGS Handhaving RO Midlim, zoals aangesteld door de gemeenteraad op 06/09/2021, worden opnieuw aangesteld voor het werkjaar 2023.
De gemeenteraad:
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op de nog geldende bepalingen van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 06/09/2021 tot toetreding van de stad Bree tot de Interlokale vereniging Handhaving RO Midlim;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 06/09/2021 tot aanstelling van de afgevaardigden van het beheerscomité van de Interlokale vereniging Handhaving RO Midlim;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 13/06/2022 tot goedkeuring van het Handhavingsplan RO Intergemeentelijke Samenwerking Handhaving RO Midlim - versie Bree;
Na afloop van elk werkjaar, in dit geval 2022, moet in toepassing van artikel 8 van de oprichtingsovereenkomst (goedgekeurd door de gemeenteraad van Genk op 30/06/2016), een jaarverslag en jaarrekening voor de werking van het IGS Handhaving RO Midlim in dat jaar opgemaakt worden. Dit wordt uitgevoerd door de handhavingscoördinator RO. het Beheerscomité moet vervolgens dit jaarverslag en -rekening respectievelijk goedkeuren en vaststellen.
Het ontwerp-jaarverslag en de ontwerp-jaarrekening werd digitaal voorgelegd aan alle leden van het Beheerscomité op 10/02/2023. Uiterlijk 03/03/2023 werd door de leden digitaal goedkeuring verleend aan dit ontwerp-jaarverslag en vaststelling uitgevoerd voor de ontwerp-jaarrekening.
In toepassing van artikel 15 van de overeenkomst moet de jaarrekening nu samen met het jaarverslag door het college van burgemeester en schepenen ter goedkeuring voorgelegd worden aan de gemeenteraden van alle lid-gemeenten.
Bijkomend moet door de gemeenteraad opnieuw de aanstelling van de vertegenwoordigers voor Bree in het Beheerscomité van de IGS worden goedgekeurd en bevestigd.
Overwegende dat de leden van het Beheerscomité hun digitale goedkeuring hebben gegeven op 03/03/2023 op het ontwerp-jaarverslag en de ontwerp-jaarrekening;
Overwegende dat er geen aanleiding is om de vertegenwoordigers voor Bree in het Beheerscomité van de IGS te wijzigen t.o.v. het besluit van de gemeenteraad van 06/09/2021;
Artikel 1: Het jaarverslag en de jaarrekening van de IGS Handhaving RO Midlim voor het werkjaar 2022 wordt respectievelijk goedgekeurd en vastgesteld;
Artikel 2: De vertegenwoordigers voor Bree in het Beheerscomité van het IGS Handhaving RO Midlim, zoals aangesteld door de gemeenteraad op 06/09/2021, worden opnieuw aangesteld voor het werkjaar 2023;
Openbare verkoop via veilingmethode (verkoop per opbod) van divers materiaal en materieel: geraamde ontvangst van 6.800,- euro (0% btw)
De gemeenteraad:
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 92 (de geraamde waarde excl. btw bereikt de drempel van € 30.000,00 niet);
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;
Openbare verkoop via veilingmethode (verkoop per opbod) van divers materiaal en materieel.
Overwegende dat geregeld gereedschappen verouderen of materialen overblijven of vrijkomen bij de diverse werken;
Overwegende dat deze spullen geen toekomst meer hebben binnen de projecten van de stadsdiensten;
Overwegende de noodzaak om stockageplaats zo goed als mogelijk te benutten voor noodzakelijke spullen;
Overwegende het belang van regelmatige opruim in de professionele en veilige inrichting van de werkplaatsen;
Overwegende dat deze materialen wel nog toepassing kunnen vinden bij particulieren, in het verenigingsleven of via gespecialiseerde handelaars;
Overwegende dat in het kader van de opdracht “Openbare verkoop van gereedschappen en materialen uit werkplaatsen technische dienst.” een bestek met nr. 2023/049/TD/TH werd opgesteld door de Technische dienst;
Overwegende dat de ontvangst via deze opdracht wordt geraamd op € 6.800,00 incl. btw (0% btw);
Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht tot stand te brengen bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde);
Overwegende dat de deze opdracht en opbrengst vertegenwoordigd die welliswaar afhankelijk is van de interesse voor de diverse loten;
De geraamde ontvangst bedraagt €6.800,- , 0% btw.
Art. 1: Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 2023/049/TD/TH en de raming voor de opdracht “Openbare verkoop van gereedschappen en materialen uit werkplaatsen technische dienst.”, opgesteld door de Technische dienst. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming van de ontvangst bedraagt € 6.800,00 incl. btw (0% btw).
Art. 2: Bovengenoemde opdracht komt tot stand bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).
Art. 3: De bepalingen van Deel 2 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 2023/023/TD/RM en de raming voor de opdracht “Binnenschilderwerken in het voormalig stadhuis”, opgesteld door de Technische dienst. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt € 26.536,06 excl. btw of € 32.108,63 incl. 21% btw (€ 5.572,57 btw medecontractant).
De gemeenteraad:
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 140.000,00 niet);
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90, 1°;
Overwegende dat in het kader van de opdracht “Binnenschilderwerken in het voormalig stadhuis” een bestek met nr. 2023/023/TD/RM werd opgesteld door de Technische dienst;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 26.536,06 excl. btw of € 32.108,63 incl. 21% btw (€ 5.572,57 btw medecontractant);
Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van 2023, op budgetcode 2210000/DOM 1/0119/03 (actie / raming AC000038/MJP001484);
Art. 1: Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 2023/023/TD/RM en de raming voor de opdracht “Binnenschilderwerken in het voormalig stadhuis”, opgesteld door de Technische dienst. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt € 26.536,06 excl. btw of € 32.108,63 incl. 21% btw (€ 5.572,57 btw medecontractant).
Art. 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Art. 3: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2023, op budgetcode 2210000/DOM 1/0119/03 (actie / raming AC000038/MJP001484).
Art. 4: De bepalingen van Deel 2 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst voor de buitenaanleg van de Sportcampus Rode Kruislaan goed.
De gemeenteraad:
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 36, en inzonderheid artikels 2, 36° en 48 die een gezamenlijke realisatie van de opdracht in naam en voor rekening van meerdere aanbesteders toelaat;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;
Overwegende dat stad Bree de volgende werken wenst uit te voeren: parkaanleg omgevingswerken sportcampus;
Overwegende dat Fluvius de volgende werken wenst uit te voeren: rioleringswerken omgevingswerken sportcampus;
Overwegende dat Ons Dak de volgende werken wenst uit te voeren: wegen, riolerings- en omgevingswerken ten behoeve van het sociaal woonproject;
Overwegende dat de partijen van oordeel zijn dat de uitvoering van de werken voor rekening van de verschillende overheden in het algemeen belang worden samengevoegd;
Overwegende dat Stad Bree wordt aangeduid om in gezamenlijke naam bij de gunning en uitvoering van de vermelde opdrachten van werken en diensten als opdrachtgevend bestuur (bouwheer) op te treden;
Gelet op de voorgestelde samenwerkingsakkoord tussen Fluvius, Stad Bree en Ons Dak;
Bree
R/006348
Sportcampus omgevingsaanleg
Samenwerkingsovereenkomst
OVEREENKOMST
TUSSEN: Het gemeentebestuur van de stad BREE
vertegenwoordigd door het college van Burgemeester en Schepenen, voor wie optreedt mevrouw Liesbeth Van der Auwera, burgemeester, en de heer Stefan Goclon, Algemeen directeur, handelend in uitvoering van het besluit van de gemeenteraad van 3 april 2023 en hierna genoemd “de stad BREE”,
EN: cv Ons Dak, Maastrichtersteenweg 31, 3680 Maaseik, vertegenwoordigd door dhr. Koen Van den Bruel, directeur, en dhr. Chretien Van De Beek, voorzitter, en hierna genoemd “Ons Dak”,
EN: Fluvius System Operator cv | Brusselsesteenweg 199, 9090 Melle | www.fluvius.be | Fluvius is op 1 juli 2018 ontstaan uit de fusie van de netbedrijven Eandis en Infrax | T 078 35 30 20 | BTW BE 0477 445 084 | RPR Gent, afdeling Gent | IBAN BE17 0910 1713 9121, en hierbij vertegenwoordigd door de heer Frank Vanbrabant, CEO Fluvius en de heer Raf Bellers, Directeur Netbeheer en hierna genoemd Fluvius.
Gelet op het decreet van 24 december 2004, houdende de algemene bepalingen tot begeleiding van de begroting 2016.
Overwegende dat Fluvius System Operator optreedt als werkmaatschappij in naam en voor rekening van o.a. Fluvius Limburg op wiens naam de zakelijke rechten aangaande de gemeentelijke rioleringsinfrastructuur worden gevestigd,
Aangezien de stad BREE de volgende werken wenst uit te voeren: Wegeniswerken omgeving Sportcampus.
Aangezien Fluvius de volgende werken wenst uit te voeren: Rioleringswerken omgeving Sportcampus.
Aangezien Ons Dak in de projectzone de volgende werken wenst uit te voeren : wegen, riolerings- en omgevingswerken ten behoeve van sociaal woonproject. Deze wegen-, riolerings- en omgevingswerken die betrekking hebben op het deel sociale woningbouw vallen principieel ten laste van Ons Dak maar worden door de Vlaamse Overheid (Wonen in Vlaanderen) 100% betoelaagd. Deze betoelaging (inbegrepen het supplement voor de algemene kosten) zal in voorkomend geval rechtstreeks worden uitbetaald aan de stad Bree, als opdrachtgever van het project. Dit overeenkomstig de geldende regelgeving. Ons Dak treedt louter op als initiatiefnemer.
Gelet op de structuur en de principes van de investeringsregels bij Fluvius Limburg
Aangezien de stad BREE voor deze werken geen beroep wenst te doen op toelage in uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2002 met betrekking tot de subsidiëring van de aanleg van openbare rioleringen, andere dan prioritaire rioleringen, de bouw van kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties met inbegrip van de aanleg van individuele waterzuiveringsinstallaties door de gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en latere wijzigingen.
Aangezien partijen van oordeel zijn dat de uitvoering van de werken voor rekening van de verschillende overheden in het algemeen belang worden samengevoegd.
WORDT OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT:
Partijen beslissen, in uitvoering van artikel 48 van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, de hoger beschreven werken in het algemeen belang samen te voegen en de stad BREE aan te duiden om in gezamenlijke naam bij de gunning en de uitvoering van de hierna vermelde opdrachten van werken en diensten als opdrachtgevend bestuur (bouwheer) op te treden.
HOOFDSTUK 1
Conform de wetgeving inzake de overheidsopdrachten schrijft de stad BREE als opdrachtgevend bestuur voor de hierna volgende opdrachten van diensten de gunningprocedure uit, maakt het gunningverslag op en wijst de opdracht toe.
De stad BREE zal als opdrachtgevend bestuur de kennisgeving van de goedkeuring van de gunning van de opdrachten van diensten van de gezamenlijke werken slechts betekenen nadat Fluvius, Wonen in Vlaanderen en Ons Dak hebben ingestemd met het gunningvoorstel en een document heeft overgemaakt waaruit blijkt dat zij zonder voorbehoud akkoord gaat met de gunning van haar deel van de opdracht en dat zij voor de betaling ervan de nodige financiële middelen heeft voorzien.
In elk geval zal Fluvius, Wonen in Vlaanderen en Ons Dak, dit akkoord geven binnen de maand nadat zij hierom werd verzocht.
§1.De stad BREE organiseert als opdrachtgevend bestuur de opdracht voor de studie van de gezamenlijke werken aan de hand van een typeovereenkomst en wijst de opdracht toe.
Partijen staan in voor de studie en de goedkeuring van het ontwerp voor het deel van de opdracht dat te hunnen laste is. Alle partijen nemen tegenover de stad BREE als opdrachtgevend bestuur de volledige verantwoordelijkheid voor dit ontwerp, voor de technische bepalingen die zij ter zake in het bestek laten inlassen en voor alle wijzigingen of bijwerken die tijdens de uitvoering van de gezamenlijke werken noodzakelijk blijken en verband houden met de uitvoering van de werken te hunnen laste.
De kost van de opdracht voor de studie van de gezamenlijke werken wordt evenredig verdeeld tussen de partijen overeenkomstig het aandeel van elk der partijen op basis van de ramingen of de eindafrekening van de gezamenlijke werken.
De wegen-, riolerings- en omgevingswerken die betrekking hebben op het deel sociale woningbouw vallen principieel ten laste van Ons Dak maar worden door de Vlaamse Overheid (Wonen in Vlaanderen) 100% betoelaagd. Deze betoelaging (inbegrepen het supplement voor de algemene kosten) zal in voorkomend geval rechtstreeks worden uitbetaald aan de stad Bree, als opdrachtgever van het project. Dit overeenkomstig de geldende regelgeving. Ons Dak treedt louter op als initiatiefnemer.
§2. In uitvoering van de wetgeving en de reglementering met betrekking tot de veiligheid op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (K.B. 25.01.2001) stelt de stad BREE als opdrachtgevend bestuur één gemeenschappelijke veiligheidscoördinator–ontwerp aan die tijdens de fase van het ontwerp van de gezamenlijke werken de veiligheidscoördinatie zal uitvoeren.
Partijen zien er op toe dat de veiligheidscoördinator–ontwerp zijn opdracht, samenhangend met hun aandeel in de gezamenlijke opdracht, te allen tijde volledig en adequaat vervult, dat hij betrokken wordt bij alle etappes van de werkzaamheden betreffende de uitwerking, wijzigingen en aanpassingen van het ontwerp van de gezamenlijke werken en dat hij alle informatie krijgt die nodig is voor de uitvoering van zijn opdracht. De dienstverlener aan wie de studieopdracht is toegewezen, zal hiertoe eveneens door de stad BREE als opdrachtgevend bestuur contractueel worden verplicht.
De partijen nemen met betrekking tot de praktische uitvoering van deze opdracht de volledige verantwoordelijkheid op ten aanzien van de stad BREE als opdrachtgevend bestuur.
De stad BREE ziet er als opdrachtgevend bestuur op toe dat bij het einde van de opdracht een exemplaar van het veiligheids- en gezondheidsplan (VGP), het aangepaste coördinatiedagboek en postinterventiedossier met betrekking tot de gezamenlijke werken door de veiligheidscoördinator–ontwerp wordt overgemaakt aan alle partijen.
De kost van de opdracht veiligheidscoördinator–ontwerp wordt evenredig verdeeld tussen de partijen op basis van hun effectief aandeel in de uiteindelijke kosten van de werken.
§3. In uitvoering van de wetgeving en de reglementering met betrekking tot de codes van goede praktijk voor het werken met uitgegraven bodem (het Decreet van 27.10.2006, het VLAREBO besluit van 01.06.2012 en de codes van goede praktijk van 01.08.2008) stelt de stad BREE als opdrachtgevend bestuur de bodemsaneringdeskundige aan voor het opstellen van het technisch verslag. De stad BREE staat als opdrachtgevend bestuur in voor het conform verklaren van het technisch verslag.
Het opdrachtgevend bestuur voegt het door een erkende bodembeheersorganisatie conform verklaarde Technisch verslag toe aan het aanbestedingsdossier.
De kost van de opdracht van de bodemsaneringdeskundige, het conformverklaren, de extra gerelateerde prestaties door het studiebureau, … wordt evenredig verdeeld tussen de partijen op basis van hun effectief aandeel in de uiteindelijke kosten van de werken.
§4. In uitvoering van de wetgeving en de reglementering met betrekking tot de veiligheid op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (K.B. 25.01.2001) stelt de stad BREE als opdrachtgevend bestuur één gemeenschappelijke veiligheidscoördinator–verwezenlijking aan die tijdens de fase van de uitvoering van de gezamenlijke werken de veiligheidscoördinatie zal uitvoeren.
Alle partijen zien er op toe dat de veiligheidscoördinator-verwezenlijking zijn opdracht te allen tijde volledig en adequaat vervult, dat hij betrokken wordt bij alle etappes van de werkzaamheden betreffende de verwezenlijking van de gezamenlijke werken en dat hij alle informatie krijgt die nodig is voor de uitvoering van zijn opdracht. Ook de aannemer aan wie de opdracht tot uitvoering zal gegund worden, zal hiertoe door de stad BREE als opdrachtgevend bestuur worden verplicht.
Alle partijen nemen met betrekking tot de praktische uitvoering van deze opdracht de volledige verantwoordelijkheid op ten aanzien van de stad BREE als opdrachtgevend bestuur.
De stad BREE ziet er als opdrachtgevend bestuur op toe dat bij het einde van de opdracht een exemplaar van het aangepaste VGP, coördinatiedagboek en postinterventiedossier met betrekking tot de gezamenlijke werken door de veiligheidscoördinator-verwezenlijking aan alle partijen wordt overgemaakt.
De kost van de opdracht veiligheidscoördinator–verwezenlijking wordt evenredig verdeeld tussen de partijen op basis van de eindafrekening van elk der partijen in de gezamenlijke werken.
§5 TRACIMAT-REGELGEVING (sloopopvolging)
Overeenkomstig de bepalingen van artikel 4.3.5. Vlarema zal het opdrachtgevend bestuur een sloopopvolgingsplan opmaken door een bij een sloopbeheerorganisatie aangesloten deskundige en conform laten verklaren door een erkende sloopbeheerorganisatie.
In voorkomend geval zal het opdrachtgevend bestuur hiervoor een aparte overeenkomst afsluiten.
Het opdrachtgevend bestuur voegt het conform verklaarde sloopopvolgingsplan toe aan het bestek.
De studiekosten voor de opmaak van het sloopopvolgingsplan worden verdeeld a rato van ieders aandeel in de wegenis, gebaseerd op enerzijds de ontwerpraming van de wegeniswerken en anderzijds de forfait wegherstel ten laste van Fluvius.
§6. Elke partij staat in voor het verwerven van de vergunningen en onteigeningen die nodig zijn voor de uitvoering van de werken te haren laste. Desgevallend worden de vergunningsaanvragen gebundeld.
De werken ten laste van de stad BREE, Ons Dak (100% betoelaagd – zie eerder) en deze te laste van Fluvius worden in de, bij het bestek horende, opmeting onder afzonderlijke delen vermeld en maken het voorwerp uit van afzonderlijke, door de aannemer op te stellen, vorderingsstaten. In artikel 95 van het K.B.14.01.2013 van de administratieve bepalingen van het bijzonder bestek, zal de speciale aandacht van de aannemer hierop gevestigd worden.
Gezien de stad Bree optreed voor de betoelaagde wegen-, riolerings- en omgevingswerken horende bij de sociale woningen, zullen de bijhorende facturen gericht worden aan de stad Bree die rechtstreeks de subsidies zal aanvragen en ontvangen.
Conform de wetgeving inzake de overheidsopdrachten schrijft de stad BREE als opdrachtgevend bestuur voor de opdracht van werken de gunningprocedure uit, staat in voor de opening der inschrijvingen, maakt het gunningverslag op en wijst de opdracht van werken toe. Aangezien de opdracht van werken één ondeelbaar geheel vormt worden de gezamenlijke werken toevertrouwd aan de laagste regelmatige bieder voor de totale opdracht van werken.
De stad BREE als opdrachtgevend bestuur zal de kennisgeving van de goedkeuring van de gezamenlijke werken slechts betekenen nadat Fluvius en Ons Dak heeft ingestemd met het gunningvoorstel en een document hebben overgemaakt waaruit blijkt dat zij zonder voorbehoud akkoord gaat met de gunning van het gedeelte der werken te hunner laste en dat zij voor de betaling ervan de nodige financiële middelen hebben voorzien.
Desnoods verzoekt de stad BREE als opdrachtgevend bestuur de aannemers om een verlenging van de geldigheidsduur der inschrijvingen in afwachting van het akkoord van Ons Dak en Fluvius. In elk geval zullen beide partijen dit akkoord geven binnen de twee maanden nadat zij hierom werd verzocht. Zoniet kan, in geval van zware nalatigheid, de partij die verantwoordelijk is voor de vertraging de financiële gevolgen ervan ten laste worden gelegd.
ARTIKEL 5. – Borgtocht.
Als opdrachtgevend bestuur verzoekt de stad BREE de aannemer de borgtocht te stellen. Deze heeft betrekking op de totaliteit der werken. De stad BREE kan als opdrachtgevend bestuur beslag leggen op de ganse borgtocht, maar zal deze geheel of gedeeltelijk aanwenden ten voordele van deze partij ten aanzien van wie de aannemer tekort is geschoten en dit in verhouding tot de werkelijke kostprijs van de werken.
ARTIKEL 6. – Leiding der werken.
Als opdrachtgevend bestuur duidt de stad BREE de leidend ambtenaar aan. De leidend ambtenaar neemt de leiding der werken waar. Dit betekent dat hij alleen gemachtigd is om – voor alle werken, wie ze ook ten laste neemt – opdrachten te geven aan de aannemer, proces-verbaal van ingebrekestelling op te maken, proces-verbaal van voorlopige en definitieve oplevering der werken op te maken, de werken te schorsen, vorderingsstaten goed te keuren, verrekeningen op te maken en voor te stellen, eventuele maatregelen van ambtswege voor te stellen, enz.
Voorafgaandelijk aan zijn beslissing zal de leidend ambtenaar advies vragen aan de belanghebbende partij(en). Indien er geen tegenstrijdigheden kunnen uit voortvloeien zijn deze adviezen bindend.
De gevraagde adviezen moeten worden gegeven binnen een termijn die de vlotte vooruitgang der werken waarborgt. Alle partijen dragen de volledige verantwoordelijkheid, ook het financiële aangaande hun verleende adviezen.
ARTIKEL 7. – Toezicht der werken.
Alle partijen duiden bij gunning der werken een toezichter aan voor het toezicht op hun deel der werken.
ARTIKEL 8.
Indien de stad BREE als opdrachtgevend bestuur tijdens de uitvoering een belangrijke wijziging van de opdracht of de plans voor het gedeelte ten laste van Fluvius en Ons Dak noodzakelijk acht, wordt vóór de betekening aan de aannemer de goedkeuring van Fluvius en/of Ons Dak bekomen met de vooropgestelde wijzigingen en verrekeningen.
ARTIKEL 9. - Geschillen
Behoudens ingeval een zware fout of nalatigheid vanwege de stad BREE als opdrachtgevend bestuur, verbinden Ons Dak en Fluvius zich ertoe om, met betrekking tot de werken te hunner laste, de stad BREE als opdrachtgevend bestuur volledig te vrijwaren en in alle geschillen vrijwillig tussen te komen. De stad BREE verstrekt als opdrachtgevend bestuur alle inlichtingen ten behoeve van de gerechtelijke procedure.
In geval de aansprakelijkheid van alle partijen bewezen wordt in het kader van een geschil en alle partijen gehouden worden de schade aan een derde te vergoeden, zullen de partijen de gebeurlijke aansprakelijkheid op zich nemen op basis van het aandeel van elk van der partijen in de samengevoegde opdracht en instaan voor de financiële gevolgen van deze aansprakelijkheid op basis van dit aandeel. Ingeval een gerechtelijke procedure opgestart wordt tegen één van de partijen, zullende andere partijen, op eenvoudig verzoek van de eerstgenoemde partij, vrijwillig tussenkomen in het hangende geschil.
ARTIKEL 10. – Kostenverdeling van de werken
De opdrachten van werken en diensten worden uitgevoerd, deels voor rekening van de stad BREE en deels voor rekening van Fluvius en deels voor rekening van Ons Dak. Alle partijen beschikken over 10 kalenderdagen om de betalingsvoorstellen/facturen na te zien en/of eventueel te verbeteren. In geval van laattijdige betaling door één van de partijen staat deze alleen in voor de daaruit voortvloeiende verwijlintresten of andere schadevergoedingen en zal de ingebreke gebleven partij de andere partijen volledig vrijwaren.
§1. Per partij maakt het studiebureau afzonderlijke facturen op.
§2. Per partij maakt de veiligheidscoördinator-ontwerp en -verwezenlijking afzonderlijke facturen op.
§3 Per partij maakt de bodemsaneringdeskundige afzonderlijke facturen op.
§4 Per partij maakt het studiebureau afzonderlijke facturen op voor de opmaak van het sloopopvolgingsplan incl. de conformverklaring van het sloopopvolgingsplan door een erkende sloopbeheerorganisatie.
§5. Per partij maakt de aannemer afzonderlijke betalingsaanvragen, vorderingsstaten en facturen op. De betalingsaanvragen en vorderingsstaten worden ingediend bij het opdrachtgevend bestuur met kopie aan de leidend ambtenaar.
Per afzonderlijk deel in de meetstaat worden eveneens afzonderlijke betalingsaanvragen en kopieën van de vorderingsstaat ingediend bij de betalende partijen, t.t.z. voor
Voor de opdracht van werken beschikken alle partijen over een termijn van 15 kalenderdagen om de vorderingsstaten na te zien en/of eventueel te verbeteren. De al dan niet verbeterde betalingsaanvragen en vorderingsstaten worden ter goedkeuring voorgelegd aan de leidend ambtenaar.
Na ontvangst van de door de leidend ambtenaar verbeterde en goedgekeurde betalingsaanvragen en vorderingsstaten doen de partijen voor het aandeel te hunnen laste een verzoek tot facturatie.
De stad BREE, Ons Dak en Fluvius zullen instaan voor de betaling van de aannemer binnen de termijn voorzien in artikel 95 van het K.B. 14.01.2013.
ARTIKEL 11. – Boetes en kortingen wegens minwaarde.
De boetes en/of kortingen wegens minwaarde die duidelijk overeenstemmen met een bepaald aandeel van de opdrachten van werken of diensten komen ten goede aan de betrokken partij. De andere boetes (van algemene aard) en/of kortingen wegens minwaarde, die niet toewijsbaar zijn aan een bepaald deel van de desbetreffende opdracht, worden pro rata van de inschrijvingsbedragen voor de verschillende partijen verdeeld over de partijen.
ARTIKEL 12. – Voorlopige en definitieve oplevering – Vrijgave borgtocht.
Aangezien het één globale aanneming betreft, worden de voorlopige en definitieve oplevering verleend voor de gehele aanneming.
Voor het plaatsbezoek voorafgaandelijk aan de voorlopige en definitieve oplevering worden alle partijen tijdig en reglementair uitgenodigd door de leidend ambtenaar zodat aan allen de mogelijkheid wordt geboden tegensprekelijk hun opmerkingen te formuleren en desnoods te laten opnemen in het proces-verbaal van oplevering.
Indien de partijen oordelen dat de werken niet opgeleverd kunnen worden, geven zij hierover een duidelijke motivatie. De leidend ambtenaar beslist, zoals beschreven in artikel 6.
De voorlopige en definitieve oplevering worden door de leidend ambtenaar gegeven. De processen-verbaal van de voorlopige en de definitieve oplevering worden door de leidend ambtenaar opgesteld en aan alle partijen overgemaakt.
De vrijgave van de borg heeft betrekking op de gehele aanneming.
ARTIKEL 13. – Waarborgperiode.
Tijdens de waarborgperiode zullen Fluvius en Ons Dak aan de stad BREE als opdrachtgevend bestuur elke eventuele gebrekkige uitvoering aan de weg- en rioleringsinfrastructuur rapporteren. De stad BREE zal als opdrachtgevend bestuur vervolgens met de aannemer contact opnemen in verband met de nodige herstellingswerken.
HOOFDSTUK 2
ARTIKEL 14.
De stad BREE komt financieel tussen in de kosten verbonden aan de aanleg en verbetering van openbare riolen a rato van 75 % van de kosten (exclusief BTW) bepaald in uitvoering van artikel 1, 5° van het hierboven vernoemde besluit van de Vlaamse regering van 1 februari 2002.
De rioleringswerken worden in de, bij het bestek horende, opmeting onder een afzonderlijk deel vermeld.
Artikel 14 is niet van toepassing op, de eventuele rioleringswerken binnen de projectzone van Ons Dak deze vallen 100% ten laste van Ons Dak, of de subsidiërende overheid.
ARTIKEL 15.
Fluvius zal de kennisgeving van de goedkeuring van de werken slechts overmaken aan de stad BREE nadat de stad BREE een document heeft overgemaakt waaruit blijkt dat zij zonder voorbehoud tussenkomt in de kosten verbonden aan de aanleg van de openbare riolering en hiervoor de nodige financiële middelen heeft voorzien.
Desnoods verzoekt de stad BREE als opdrachtgevend bestuur de aannemers om een verlenging van de geldigheidsduur der inschrijvingen in afwachting van het akkoord van de stad BREE. In elk geval zal de stad BREE dit akkoord geven binnen de twee maanden nadat zij hierom werd verzocht. Zo niet kan de partij die verantwoordelijk is voor de vertraging, de financiële gevolgen ervan te laste gelegd worden.
ARTIKEL 16.
Na aanvaarding van deze oplevering maakt Fluvius op basis van de eindafrekening een debetnota voor betaling over aan de stad BREE.
Binnen een termijn van 50 kalenderdagen, te rekenen vanaf datum ontvangst debetnota, betaalt de stad BREE het verschuldigde bedrag.
Bij laattijdige betaling kan de wettelijke verwijlintrest worden aangerekend.
Opgemaakt in tweevoud te Bree op 3 april 2023
Voor Ons dak,
Chretien Van De Beek Koen Van den Bruel
Voorzitter Directeur
Voor Fluvius System Operator cv,
Frank Vanbrabant Raf Bellers
CEO Fluvius Directeur Netbeheer
Voor de stad BREE,
Stefan Goclon Liesbeth Van der Auwera
Algemeen Directeur Burgemeester
Art. 1: De gemeenteraad keurt de hierbij gevoegde overeenkomst goed;
Art. 2: De gemeenteraad geeft bevoegdheid aan de burgemeester om deze overeenkomst te ondertekenen.
Art. 3: Afschrift van dit besluit wordt bij het dossier gevoegd en overgemaakt aan de betrokken partijen.
Art. 4: De bepalingen van Deel 2 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
De gemeenteraad geeft goedkeuring voor de samenwerkingsakkoord tussen Stad Bree en Aquafin voor de rioleringswerken aan de Kuilenstraat.
De gemeenteraad:
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 140.000,00 niet);
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90, 1°;
Overwegende dat Aquafin de volgende werken wenst uit te voeren : werken aan de collector in de Kuilenstraat en het bouwen van een pompstation;
Overwegende dat stad Bree de volgende werken wenst uit te voeren: werken aan de wegenis in de Kuilenstraat;
Overwegende dat de partijen van oordeel zijn dat de uitvoering van de werken voor rekening van de verschillende overheden in het algemeen belang worden samengevoegd;
Overwegende dat Aquafin wordt aangeduid om in gezamenlijke naam bij de gunning en de uitvoering van de vermelde opdracht van werken en diensten als opdrachtgevend bestuur (bouwheer) op te treden;
Gelet op het voorgestelde samenwerkingsakkoord tussen Stad Bree en Stad Bree;
Art. 1: De gemeenteraad keurt de hierbij gevoegde overeenkomst goed.
Art. 2: De gemeenteraad geeft bevoegdheid aan de burgemeester om deze overeenkomst te ondertekenen;
Art. 3: Afschrift van dit besluit wordt bij het dossier gevoegd en overgemaakt aan de betrokken partijen;
Art. 4: De bepalingen van Deel 2 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
De gemeenteraad geeft goedkeuring voor de samenwerkingsakkoord tussen Stad Bree, Aquafin en Evolta voor de rioleringswerken aan de Kuilenstraat.
De gemeenteraad:
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 140.000,00 niet);
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90, 1°;
Overwegende dat Aquafin de volgende werken wenst uit te voeren : werken aan de collector in de Kuilenstraat en het bouwen van een pompstation;
Overwegende dat stad Bree de volgende werken wenst uit te voeren: werken aan de wegenis in de Kuilenstraat;
Overwegende dat de partijen van oordeel zijn dat de uitvoering van de werken voor rekening van de verschillende overheden in het algemeen belang worden samengevoegd;
Overwegende dat Aquafin wordt aangeduid om in gezamenlijke naam bij de gunning en de uitvoering van de vermelde opdracht van werken en diensten als opdrachtgevend bestuur (bouwheer) op te treden;
Overwegende dat Aquafin voor deze studie Evolta heeft aangesteld voor het ontwerp en de opvolging van de werken;
Overwegende dat Stad Bree akkoord gaat met deze aanstelling en de betaling van de studie voor haar deel van de opdracht en de opvolging hiervan;
Gelet op het voorgestelde samenwerkingsakkoord tussen Stad Bree, Aquafin en Evolta;
Art. 1: De gemeenteraad keurt de hierbij gevoegde overeenkomst goed.
Art. 2: De gemeenteraad geeft bevoegdheid aan de burgemeester om deze overeenkomst te ondertekenen;
Art. 3: Afschrift van dit besluit wordt bij het dossier gevoegd en overgemaakt aan de betrokken partijen;
Art. 4:De bepalingen van Deel 2 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
Art. 5:De bepalingen van Deel 2 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
Er wordt goedkeuring verleend aan het bestek met nr. 2023/025/TD/KS en de raming voor de opdracht “Overlagingen, bestrijkingen en plaatselijke herstellingen asfalt 2023”
De gemeenteraad:
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 36;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;
Overwegende dat in het kader van de opdracht “Overlagingen, bestrijkingen en plaatselijke herstellingen asfalt 2023” een bestek met nr. 2023/025/TD/KS werd opgesteld door de Technische dienst;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 428.631,29 excl. btw of € 518.643,86 incl. btw (€ 90.012,57 btw medecontractant);
Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van 2023, op budgetcode 2241007/DOM 1/0200 (actie / raming AC000039/MJP001089)
Art. 1: Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 2023/025/TD/KS en de raming voor de opdracht “Overlagingen, bestrijkingen en plaatselijke herstellingen asfalt 2023”, opgesteld door de Technische dienst. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt € 428.631,29 excl. btw of € 518.643,86 incl. btw (€ 90.012,57 btw medecontractant).
Art. 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.
Art. 3: De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau.
Art. 4: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2023, op budgetcode 2241007/DOM 1/0200 (actie / raming AC000039/MJP001089).
Art. 5: De bepalingen van Deel 2 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
De Stad Bree voorziet een toelage voor de aankoop van herbruikbare luiers.
De gemeenteraad:
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Gelet op het Decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen van 23 december 2011;
Gelet op het advies van de Breese Adviesraad Leefmilieu van 20 maart 2023;
Stad Bree wil als lid van afvalintercommunale Limburg.net mee inzetten op afvalpreventie en plaatst ook hergebruik centraal in ons afvalbeleid. Traditionele wegwerpluiers zorgen (letterlijk) voor bergen afval: het gebruik van herbruikbare luiers kan per kind tot 1 ton huishoudelijk afval per jaar (en bijhorende CO2 uitstoot) besparen. Herbruikbare luiers zijn initieel echter wel een duurdere éénmalige aankoop. Een toelage kan jonge ouders aanmoedigen om toch voor herbruikbare luiers te kiezen.
Door dit initiatief werkt stad Bree aan de doelstellingen van lokale en bovenlokale verbintenissen zoals het gemeentelijk klimaatactieplan 2030.
De jaarlijks geraamde uitgave van €1.000 ter financiering van de subsidie voor aanschaf van herbruikbare luiers is voorzien op artikel MJP001525/6491000/0309 overwegende dat de gemeenteraad dit artikel jaarlijks dient goed te keuren bij de aanpassing van het meerjarenplan.
Artikel 1 - Doel
Stad Bree moedigt ouders van jonge kinderen aan om gebruik te maken van herbruikbare luiers door middel van een toelage. Traditionele wegwerpluiers zorgen (letterlijk) voor bergen afval: het gebruik van herbruikbare luiers kan per kind tot 1 ton huishoudelijk afval per jaar (en bijhorende CO2 uitstoot) besparen. Deze toelage heeft dus als rechtstreeks doel het voorkomen van afval.
Artikel 2 - Voorwerp
De toelage is bedoeld voor herbruikbare luiers: hieronder verstaan we énkel luiers die afwasbaar zijn en meerdere malen gebruikt kunnen worden, zoals: luiers, doeken, overbroekjes, wasbare inleggers…
De toelage geldt niet voor de aankoop van accessoires zoals waszakjes, tetradoeken, essentiële oliën,… etc.
Artikel 3 – Voorwaarden
§1. De toelage kan toegekend worden aan een ouder of wettelijke voogd van een kind tussen 0 en 3 jaar ingeschreven in het bevolkingsregister van de stad Bree.
§2. De toelage kan slechts eenmalig per kind worden toegekend en wordt enkel uitbetaald mits de totale aankoopprijs ten minste €100 bedraagt.
§3. De aanvraagprocedure dient correct gevolgd te worden.
Artikel 4 – Hoogte van de toelage
§1. De toelage bedraagt 50% van bewezen aankoopkosten via factuur of kasticket met een gecumuleerd maximum van 100 euro.
§2. Indien het aantal aanvragen het totaal in het voorziene budget overstijgt, zal het toekennen van de toelage verlopen in functie van de datum van aanvraag tot uitputting van het totaal in het voorziene budget voor het betrokken jaar.
§3. De jaarlijks geraamde uitgave van €1.000 ter financiering van de subsidie voor aanschaf van herbruikbare luiers is voorzien op artikel MJP001525/6491000/0309 overwegende dat de gemeenteraad dit artikel jaarlijks dient goed te keuren bij de aanpassing van het meerjarenplan.
Artikel 5 – Aanvraagprocedure
§1. De aanvraag van de toelage gebeurt via het daartoe voorziene online aanvraagformulier. Dit dient volledig ingevuld en voorzien van de gevraagde bijlages.
§2. Het aanvraagformulier met verklaring op eer (dat de gegevens volledig en juist zijn) dient volledig ingevuld te worden.
§3. De aanvraag voor de toelage is slechts ontvankelijk zodra deze volledig is en alle gevraagde stukken toegevoegd zijn. Bevestiging daarvan wordt gegeven aan de aanvrager.
Artikel 6 – Verantwoordingsmodaliteiten
§1. Aankoopbewijzen of facturen dienen toegevoegd te worden bij de aanvraag die maximaal 12 maanden oud zijn op het moment van de aanvraag. Deze aankoopbewijzen moeten de producten, de prijs én datum van aankoop vermelden. De aankoop moet plaatsvinden binnen de eerste 3 levensjaren van het kind waarvoor de toelage wordt aangevraagd.
§2. Een kopie van bewijs geboorte/adoptie/pleegzorg dient toegevoegd te worden bij de aanvraag.
Artikel 7 - Betalingsmodaliteiten
§1. Elke toelageaanvraag wordt beoordeeld door de stedelijke diensten. Op advies van de stedelijke diensten zal het college van burgemeester en schepenen 2 maal per jaar een beslissing nemen om de toelage al dan niet uit te betalen. De uitbetaling gebeurt jaarlijks in juni en in december.
§2. Volledige aanvragen die ons bereiken tussen 01/10 en 30/03 worden uitbetaald tijdens het uitbetalingsmoment in juni. Volledige aanvragen die ons bereiken tussen 01/04 en 30/09 worden in december uitbetaald.
§3. Het bedrag van de toegekende toelage wordt overgeschreven op de in het aanvraagformulier vermelde post- of bankrekening.
§4. Wanneer de aanvrager één of meerdere voorwaarden niet naleeft, en/of onjuiste of onvolledige gegevens meedeelt kan het college van burgemeester en schepenen de toelage geheel of gedeeltelijk terugvorderen.
Artikel 8 - Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking vanaf 01/01/2023 en geldt tot en met 31/12/2025.
Artikel 9 – Bekendmaking
De bepalingen van Deel 2 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
Het stadsbestuur Bree verleent jaarlijks een subsidie voor het in stand houden van nestgelegenheden voor huis-, gier- en boerenzwaluwen, binnen een jaarlijks vastgelegd budget.
De gemeenteraad:
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse regering met betrekking tot soortenbescherming en soortenbeheer van 15 mei 2009;
Gelet op het advies van de Breese Adviesraad Leefmilieu van 20 maart 2023;
Stad Bree wil via dit subsidiereglement bijdragen tot de bescherming van de aanwezige zwaluwsoorten in Bree. Voor het behoud van de zwaluwen bestond reeds een subsidiereglement dat dateert van 2006. Dit voorgaande subsidiereglement is herzien en aangepast waar nodig. De veranderingen zitten voornamelijk in de verhoging van de subsidiebedragen en een duidelijkere procedure.
De jaarlijks geraamde uitgave van €1.400 ter financiering van de subsidie voor het behoud van de zwaluwsoorten is voorzien op artikel MJP000240 - 6493000/DOM 1/0390 overwegende dat de gemeenteraad dit jaarlijks dient goed te keuren bij de aanpassingen van het meerjarenplan.
Art. 1: Het stadsbestuur Bree verleent jaarlijks een subsidie voor het in stand houden van nestgelegenheden voor huis-, gier- en boerenzwaluwen, binnen een jaarlijks vastgelegd budget.
Art. 2: De toelage heeft betrekking op vergunde woningen en/of andere vergunde gebouwen (stallen), gelegen op het grondgebied van de stad Bree. De toelage zal worden uitbetaald aan de gebruiker van het gebouw waarin de nesten zich bevinden.
Art. 3: Voor het in stand houden van een huis- of boerenzwaluwkolonie wordt volgende subsidie verleend:
Art. 4: De aanvraag kan ingediend worden vanaf 1 mei tot en met 31 juli t.a.v. het college van burgemeester en schepenen van Bree. Op de website van Bree wordt een webformulier ter beschikking gesteld alsook en PDF-document. De aanvrager kan ook een fysieke kopie aanvragen bij de stadsdiensten van Bree.
Art. 5: Om aanspraak te maken op de subsidie moet de aanvrager aan volgende voorwaarden voldoen:
Art. 6: Op de begroting worden jaarlijks voldoende kredieten voor deze subsidie voorzien.
Art. 7: Alle betwistingen aangaande onderhavig reglement worden beslecht door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 8: Reglement treedt in werking vanaf 03/04/2023.
Art. 9: De bepalingen van Deel 2 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
Graag meer duiding over de geluidsoverlast of andere ongemakken in Opitter centrum.
Naar aanleiding van geluidsoverlast of overlast in het algemeen werd in de vorige gemeenteraad een reglement goedgekeurd om zomerbars uit te baten. Het was toen onmogelijk om een debat te voeren aangezien we telkens onderbroken werden. Een goed debat geeft veelal een betere uitkomst en zal sneller leiden tot een consensus.
We vragen dan ook aan de voorzitter om de debatten beter in de hand te houden en iedereen aan het woord te laten.
Ook vragen we onze tussenkomst niet meer af te blokken, ook niet door toedoen of aanzet van de burgemeester die zo graag voorzitter wil spelen.
Enkel vragen:
Wij stellen vast dat de zichtbaarheid aan de uitrit van de Action zeer beperkt is omwille van het parkeerbord dat daar staat. Dit zorgt vaak voor onveilige situaties. We vragen de stad om maatregelen te nemen zodat dit bord wordt verplaatst?
Wildparkeren is sinds de herinrichting van het stadscentrum een groot probleem. Geliefkoosde plaatsen voor wildparkeerders zijn o.a. de Opitterstraat, Kloosterstraat, Markt en Gerdingerstraat. Welke maatregelen neemt de stad om dit probleem aan te pakken?
Daarnaast stellen wij vast dat het stadscentrum zo goed als volledig verhard is. Dit is niet wenselijk, niet alleen op vlak van het uitzicht, maar zeker ook in functie van waterdoorlating en hittebescherming. Om die reden stellen wij voor dat de ruimten die nu veelvuldig door wildparkeerders worden ingenomen te ontharden en een groene invulling te geven.
Wildparkeren is sinds de herinrichting van het stadscentrum een groot probleem. Geliefkoosde plaatsen voor wildparkeerders zijn o.a. de Opitterstraat, Kloosterstraat, Markt en Gerdingerstraat. Welke maatregelen neemt de stad om dit probleem aan te pakken?
Daarnaast stellen wij vast dat het stadscentrum zo goed als volledig verhard is. Dit is niet wenselijk, niet alleen op vlak van het uitzicht, maar zeker ook in functie van waterdoorlating en hittebescherming. Om die reden stellen wij voor dat de ruimten die nu veelvuldig door wildparkeerders worden ingenomen te ontharden en een groene invulling te geven.
De gemeenteraad beslist dat zal worden nagegaan op welke plaatsen veelvuldig wordt wild geparkeerd.
De plaatsen waar nu veelvuldig wild wordt geparkeerd, worden onthard en krijgen een groene invulling.
Dit agendapunt wordt met 8 stemmen voor en 14 stemmen tegen verworpen.
Graag ontvangen wij een stand van zaken in verband met het jeugdlokaal in Opitter.
De voorzitter sluit de zitting op 03/04/2023 om 20:45.
Namens Gemeenteraad,
Stefan Goclon
Algemeen directeur
Jordy Kunnen
Voorzitter