Terug
Gepubliceerd op 17/10/2025

Besluit  College van burgemeester en Schepenen

ma 13/10/2025 - 13:00

Parkeerretributies i.v.m. niet-geregistreerde parkeerkaart voor personen met een handicap - Goedkeuring + Toekomstige werkwijze

Aanwezig: Sietse Wils, Burgemeester
Jo Leenders, Dries Tyskens, Rudi Cober, Ronny Savelkoul, Edith Vanaken, Schepenen
Stefan Goclon, Algemeen directeur
Regelgeving

Het college van burgemeester en schepenen:

 

Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;

 

Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;

 

Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;

 

Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;

 

Gelet op het Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;

 

Gelet op het Ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor personen met een handicap;

 

Gelet op het retributie- en algemeen reglement voor het (bovengronds) parkeren, G.R. 17/04/2025.

Voorwerp en motivering

Vanheeswyck Marcel ontving twee parkeerretributies via ANPR-controle op de Ter Rivierenwal. We hebben het mondelinge bezwaar van dhr. Vanheeswyck M. d.d. 7/10/2025 genoteerd.

  • De eerste retributie werd verstuurd naar een oud adres, waardoor betrokkene pas later kennis kon nemen van de retributie en bijgevolg minder tijd had om te reageren of de situatie recht te zetten.

  • De tweede retributie werd in de tussentijd verzonden naar het correcte adres, maar viel dus in een periode waarin de betrokkene nog niet op de hoogte was van de noodzaak tot registratie.

  • De man beschikte op het moment van beide vaststellingen over een geldige parkeerkaart voor personen met een handicap, maar deze was nog niet geregistreerd bij onze diensten.

  • Ondertussen werd de kaart wel correct geregistreerd.

In dergelijke gevallen is het mogelijk dat houders van een parkeerkaart niet op de hoogte zijn van de registratieplicht in onze gemeente. Het is daarom billijk om hier het voordeel van de twijfel toe te passen, zeker wanneer uit de feiten blijkt dat het niet om moedwillige nalatigheid gaat.

 

Overwegende

1. Eenmalige kwijtschelding

Voorstel om in dit concrete dossier de twee retributies éénmalig kwijt te schelden, gelet op:

  • De foutieve adressering van de eerste retributie;

  • Het feit dat betrokkene daardoor beperkt werd in zijn mogelijkheid tot tijdige reactie;

  • Het vermoeden dat betrokkene niet op de hoogte was van de noodzaak tot registratie, wat we hier bij wijze van gunst als verzachtende omstandigheid aanvaarden;

  • De vaststelling dat de registratie intussen in orde werd gebracht.

2. Uniforme werkwijze bij gelijkaardige dossiers

De dienst Handhaven GAS - Parkeren heeft behoefte aan een duidelijke en consequente behandeling van dossiers waarin een persoon met een parkeerkaart voor personen met een handicap een retributie ontvangt via ANPR, maar (nog) geen registratie heeft laten uitvoeren. Daarbij kan o.a. het volgende overwogen worden:

  • Een éénmalige kwijtschelding bij eerste vaststelling, gekoppeld aan het expliciete verzoek tot onmiddellijke registratie via de gemeentelijke website of door een afspraak op de dienst Handhaven GAS - Parkeren.

  • Wanneer meerdere retributies werden uitgeschreven met een redelijke tijdsspanne tussen beide (bijv. meer dan twee werkweken), wordt geacht dat betrokkene voldoende tijd had om contact op te nemen met de dienst en wordt de verantwoordelijkheid bij de houder van de kaart gelegd. In dat geval wordt kwijtschelding enkel toegepast voor de 1ste parkeerretributie.

Besluit

Art. 1: Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de éénmalige kwijtschelding van de twee retributies voor bovenstaande persoon, op basis van bovenstaande argumentatie.

 

Art. 2: Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met het uniform voorstel van werkwijze voor soortgelijke dossiers, met aandacht voor een redelijke reactietermijn.

 

Art. 3: De bepalingen van Deel 2 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.