De voorzitter opent de zitting op 06/02/2023 om 19:30.
Raadslid Rik Hertogs (VCD) was de vorige raad afwezig omwille van ziekte, maar hij merkt op dat er bij de geheime stemming over de aanstelling van een GAS-ambtenaar niet de juiste procedure is gevolgd. De voorzitter had zich moeten laten bijstaan door de twee jongste raadsleden, wat niet gebeurd is. Deze procedure staat duidelijk in het huishoudelijk reglement. De voorzitter moet zich daar ook aan houden.
Antwoord van de voorzitter: Staande de zitting was elk raadslid akkoord om de geheime stemming zo te doen, de aanstelling gebeurde met unanimiteit na geheime stemming. Het resultaat zou dus niet gewijzigd zijn.
De notulen opgesteld volgens de richtlijnen van het DLB, worden goedgekeurd.
De gemeenteraad:
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Gelet op artikelen 32, 74, 277 en 278 van het Decreet over het Lokaal Bestuur met betrekking tot de verslaggeving en notulen van de gemeenteraad en OCMW-raad;
Overwegende dat de notulen in chronologische volgorde alle onderwerpen vermelden die de raad besprak, met de beslissingen en het resultaat van de stemming. De goedkeuring door de raad en de ondertekening door de voorzitter en de algemeen directeur verleent het stuk authenticiteit;
Overwegende dat de algemeen directeur verantwoordelijk is voor de opmaak en het bewaren van de notulen en van het zittingsverslag, dat laatste mag via audio-en/of visuele drager gebeuren;
Art. 1: De notulen van de gemeenteraad van 9 januari 2023, opgesteld volgens de richtlijnen van het DLB, worden goedgekeurd.
Art. 2: De bepalingen van Deel 2, Titel 7 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
Het zittingsverslag opgesteld volgens de richtlijnen van het DLB, wordt goedgekeurd.
De gemeenteraad:
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Gelet op artikelen 32, 74, 277 en 278 van het Decreet over het Lokaal Bestuur met betrekking tot de verslaggeving en notulen van de gemeenteraad en OCMW-raad;
Overwegende dat volgens de richtlijnen van het Agentschap Binnenlands Bestuur Vlaanderen het schriftelijk zittingsverslag een selectie bevat van wat er is gebeurd tijdens de openbare vergadering. Het vermeldt alle besproken onderwerpen en de essentie van de tussenkomsten en van de mondeling en schriftelijk gestelde vragen. De goedkeuring door de raad en de ondertekening door de voorzitter en de algemeen directeur verleent het stuk authenticiteit;
Overwegende dat de algemeen directeur verantwoordelijk is voor de opmaak en het bewaren van de notulen en van het zittingsverslag, dat laatste mag via audio-en/of visuele drager gebeuren;
Art. 1: Het zittingsverslag van de gemeenteraad van 9 januari 2023, opgesteld volgens de richtlijnen van het DLB, wordt goedgekeurd.
Art. 2: De bepalingen van Deel 2, Titel 7 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
De deontologische code mandatarissen wordt opnieuw ter herinnering aan de gemeenteraad voorgelegd.
De gemeenteraad;
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Gelet op het feit dat de gemeenteraad op 04 februari 2013 een deontologische code voor de gemeenteraad aannam, deze code is ook van toepassing voor leden van het college van burgemeester en schepenen en ze is elke gemeenteraad ter inzage bij de fysieke documenten die de raadsleden kunnen raadplegen;
Overwegende dat het decreet over het lokaal bestuur niet verplicht om de deontologische codes (art. 39, 55, 74) te hernemen wat gemeenteraad, schepencollege, OCMW-raad betreft, deze van kracht zijnde deontologische codes worden jaarlijks in herinnering gebracht. De code van de gemeenteraad is vanzelf ook van toepassing voor het college van burgemeester en schepenen.
Overwegende dat het bijzonder comité van de sociale dienst bij apart besluit van 21 januari 2019 een deontologische code heeft aangenomen, dezelfde code werd ook goedgekeurd door het vast bureau op 27 februari 2019.
Overwegende dat Audit Vlaanderen er ons op heeft gewezen dat de deontologische codes regelmatig ter herinnering moeten worden gebracht aan mandatarissen en aan personeel;
Overwegende dat de personeelsdienst doet via een maandelijkse ‘deontologische tip’ voor personeel;
Overwegende dat de deontologische code vanaf nu jaarlijks aan de gemeenteraadsleden ter herinnering wordt gebracht;
Art. 1: De deontologische code d.d. 04 februari 2013 voor leden van de gemeenteraad en van het college van burgemeester en schepenen wordt hierbij aan de gemeenteraad ter herinnering gebracht.
Art. 2: De bepalingen van Deel 2, Titel 7 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
De afsprakennota tussen enerzijds het managementteam en de algemeen directeur en anderzijds de gemeenteraad, de OCMW-raad, het college van burgemeester en schepenen (en burgemeester), het vast bureau (en voorzitter) en het bijzonder comité voor de sociale dienst (en voorzitter) wordt hierbij aan de gemeenteraad ter herinnering gebracht.
De gemeenteraad;
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op de Wet van 12 november 1997 betreffende de openbaarheid van bestuur in de gemeenten en de provincies;
Gelet op de nog geldende bepalingen van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Overwegende dat het decreet over het lokaal bestuur niet verplicht is om de afsprakennota tussen enerzijds het managementteam en de algemeen directeur en anderzijds de gemeenteraad, de OCMW-raad, het college van burgemeester en schepenen (en burgemeester), het vast bureau (en voorzitter) en het bijzonder comité (en voorzitter) voor de sociale dienst te hernemen,
Art. 1: De afsprakennota tussen enerzijds het managementteam en de algemeen directeur en anderzijds de gemeenteraad, de OCMW-raad, het college van burgemeester en schepenen (en burgemeester), het vast bureau (en voorzitter) en het bijzonder comité voor de sociale dienst (en voorzitter) d.d. 1/04/2019, wordt hierbij aan de gemeenteraad ter herinnering gebracht.
Art. 2: De bepalingen van Deel 2, Titel 7 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
De gemeenteraad geeft goedkeuring voor de fusie van vzw Breese Buitenschoolse Kinderopvang met Stad Bree door ontbinding zonder vereffening.
De gemeenteraad:
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 09/07/2021 over het lokaal beleid, de samenwerking en de subsidie voor buitenschoolse opvang en activiteiten;
Overwegende het besluit van 2 mei 2022 van de Gemeenteraad ter kennisneming van de voorbereiding en de uitrol van het BAO-decreet ‘buitenschoolse kinderopvang’ in Bree, waarin werd bepaald dat de bestaande vzw BBK zal ophouden te bestaan en de buitenschoolse kinderopvang vanaf 1 september 2022 onder de regie van de stad Bree zal georganiseerd worden;
Overwegende het besluit van 2 mei 2022 waarin eveneens werd bepaald dat indien dat noodzakelijk is de raad in een latere fase één of meerdere beslissingen zal nemen om het BAO-decreet in Bree te formaliseren, en dit wordt voorbereid door het managementteam in samenspraak met het college van burgemeester en schepenen/vast bureau;
Overwegende het besluit van de Gemeenteraad van 5 september 2022 ter goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de verschillende locaties van de buitenschoolse opvang die vanaf 1 september 2022 vanuit Stad Bree worden georganiseerd;
Overwegende het advies van De Gendt Advocaten van 17 oktober 2022 (in bijlage) rond de bestemming van het netto-actief van vzw BBK, waarin de piste van een ontbinding zonder vereffening, met een inkanteling in een openbaar bestuur, als mogelijkheid wordt aangegeven;
Overwegende de voorlopige balans van 31 december 2022 van vzw Breese Buitenschoolse Kinderopvang (in bijlage);
Art. 1: De Gemeenteraad keurt de procedure goed tot fusie met Stad Bree door ontbinding zonder vereffening van de vzw Breese Buitenschoolse Kinderopvang. Hiervoor wordt bedrijfsrevisorenkantoor Foederer en notariskantoor Van Der Meersch aangesteld.
Art. 2: De voorzitter van de gemeenteraad draagt zijn bevoegdheid tot ondertekening over aan de burgemeester, wat deze dossierstukken betreft (art. 281 DLB).
Art. 3: De bepalingen van Deel 2 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
De gemeenteraad keurt volgende uitzonderlijke toelagen goed van het dienstjaar 2023.
De kredieten zullen voorzien worden bij de volgende aanpassing van het meerjarenplan in 2023.
De gemeenteraad:
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Gelet op de Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelage, inzonderheid op de artikelen 3 en 7, eerste lid, 1° en artikel 9°, tweede lid;
Overwegende de vraag van Samaritan Musical Productions vzw voor een toelage voor het project 'Joseph' en de vraag van CV De Matteluipers naar een toelage voor 'De Nacht van de Matteluipers';
Overwegende dat deze toelagen eenmalig zijn, in de loop van 2023 zal er aan de gemeenteraad een besluit ter goedkeuring worden voorgelegd om de toelagen aan erkende sociaal culturele verenigingen en jeugdverenigingen te verdubbelen, waardoor vragen tot huurvrijstelling of huurvermindering dan niet meer aan de orde zijn;
Overwegende dat de gemeenteraad het bedrag moet vaststellen en goedkeuren dat aan verenigingen op naam kan toegekend worden;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
Art. 1: De gemeenteraad keurt de volgende uitzonderlijke toelagen goed voor het dienstjaar 2023 met de kredieten die zullen worden opgenomen in de volgende aanpassing van het meerjarenplan in 2023
Art. 2: De begunstigde is, op straffe van gehele terugbetaling van het ontvangen bedrag, ertoe gehouden de subsidie aan te wenden voor de werking van de vereniging.
Art. 3: De begunstigde vereniging is vrijgesteld van de verplichtingen opgelegd bij de wet van 14 november 1983, met uitzondering van de verplichtingen, voorzien onder artikel 3 en 7, eerste lid, 1° en 9° artikel, tweede lid.
Art. 4: Afschrift van dit besluit zal bij het betalingsbevel gevoegd worden.
Art. 5: De bepalingen van Deel 2, Titel 7 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
De gemeenteraad keurt volgende uitzonderlijke toelage goed van het dienstjaar 2023.
De kredieten zullen voorzien worden bij de volgende aanpassing van het meerjarenplan in 2023.
De gemeenteraad:
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Gelet op de Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelage, inzonderheid op de artikelen 3 en 7, eerste lid, 1° en artikel 9°, tweede lid;
Overwegende de vraag van De Meerkoet naar de vergoeding van hun onkosten tijdens het Halloweenevenement;
Overwegende dat de gemeenteraad het bedrag moet vaststellen en goedkeuren dat aan verenigingen op naam zal toegekend worden;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
Art. 1: De gemeenteraad keurt de volgende uitzonderlijke toelage goed als vergoeding voor de onkosten van de vereniging tijdens het Halloweenevenement voor het dienstjaar 2023 met de kredieten die zullen worden opgenomen in de volgende aanpassing van het meerjarenplan in 2023
Art. 2: De begunstigde is, op straffe van gehele terugbetaling van het ontvangen bedrag, ertoe gehouden de subsidie aan te wenden voor de vergoeding van de onkosten.
Art. 3: De begunstigde vereniging is vrijgesteld van de verplichtingen opgelegd bij de wet van 14 november 1983, met uitzondering van de verplichtingen, voorzien onder artikel 3 en 7, eerste lid, 1° en 9° artikel, tweede lid.
Art. 4: Afschrift van dit besluit zal bij het betalingsbevel gevoegd worden.
Art. 5: De bepalingen van Deel 2, Titel 7 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
Aan de gemeenteraad wordt de rapportering van de uitvoering van het Klimaatactieplan en het Lokaal Energie en Klimaatpact 1.0 toegelicht.
De gemeenteraad:
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Gelet op de internationale conferentie inzake milieu en ontwikkeling gehouden in Rio de Janeiro in 1992 en het internationaal verdrag van Kyoto van 1997 met betrekking tot het nemen van maatregelen ter bescherming van het klimaat en ter vermindering van de uitstoot van broeikasgassen;
Gelet op het ondertekenen van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen door de federale overheid in New York in 2015 aangaande het engagement om aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen te werken;
Het stadsbestuur dient op vastgestelde momenten te rapporteren over de voortgang van haar aangegane engagementen rond klimaat.
Gelet op het ondertekenen van de Burgemeestersconvenant (Covenant of Mayors of CoM) 2020, door de stad Bree op 25 oktober 2011;
Gelet op het Klimaatactieplan 2020 Bree, goedgekeurd door de gemeenteraad op 31 maart 2014;
Gelet op het ondertekenen van het Burgemeestersconvenant 2030, aangaande de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, door de stad Bree op 6 november 2017;
Gelet op het Klimaatactieplan 2030 Bree, goedgekeurd door de gemeenteraad op 7 september 2020;
Overwegende dat het stadsbestuur de eerste rapportering over de voortgang van het klimaatactieplan 2030 (CoM2030) alsook de eindrapportering van het klimaatactieplan 2020 (CoM2020) diende in te geven in het COM-portaal van de Europa tegen 15 december 2022;
Gelet op het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021-2030;
Gelet op het Lokaal Energie- en Klimaatpact van de Vlaamse Regering en de Vlaamse steden en gemeenten van 4 juni 2021 aangaande het verbintenissen engagement inzake de algemenen engagementen en de vier werven behoudend 16 specifieke doelstellingen.
Gelet op art. 2 van het Decreet Lokaal Bestuur: “De gemeenten zijn overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de verwezenlijking daarvan kunnen ze alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.”
Overwegende dat de gemeente Bree het Lokaal Energie- en Klimaatpact 1.0 ondertekende op 04/10/2021;
Overwegende dat binnen het Lokaal Energie- en Klimaatpact een jaarlijkse inhoudelijke rapportering met betrekking tot de voorgang moet opgemaakt worden dat na voorleggen aan de gemeenteraad bij Agentschap Binnenlands Bestuur moet ingediend worden uiterlijk op 1 maart;
Overwegende dat hiervoor gebruik gemaakt wordt van het Lokaal Klimaatpactportaal, waar de Vlaamse overheid de monitoring van de doelstellingen bijhoudt;
Gelet op bijgevoegde presentatie met overzicht van de gerapporteerde gegevens voor zowel het Klimaatactieplan als het LEKP;
Art. 1: Kennis te nemen van de eindrapportering van de CoM2020 en de eerste rapportering van de CoM2030.
Art. 2: Kennis te nemen van de rapportering 2022 in verband met het Lokaal Energie- en Klimaatpact.
Art. 3: De bepalingen van Deel 2 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking.
De pachtovereenkomst voor het perceel Bree, 2e Afd. sie B nr. 652D2 met een oppervlakte van 2ha49a40ca, voor een termijn van 9 jaar tegen een jaarlijkse vergoeding conform de Wet van 04 november 1969 wordt goedgekeurd.
De gemeenteraad;
Gelet op de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, BOEK III - TITEL VIII - HOOFDSTUK II, Afdeling 3 : Regels betreffende de pacht in het bijzonder;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 04 november 1969 tot beperking van de pachtprijzen;
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Overwegende dat het perceel landbouwgrond aan de Wijshagerstraat tot enkele jaren geleden in pacht gegeven was aan dhr. Vandersteegen Jacobus, die echter jammer genoeg enige tijd geleden is overleden;
Dat het gepachte goed sindsdien door dhr. Rijken wordt bewerkt;
Dat er van de oorspronkelijke pacht met dhr. Vandersteegen geen schriftelijke overeenkomst kon worden teruggevonden en een pachtoverdracht dan ook niet aangewezen is;
Dat deze verpachting ook kadert in de patrimoniumwijzigingen in nasleep van de gewenste gebiedsontwikkeling van de voetbalsite in Beek;
Dat het dan ook gepast voorkomt geen openbare procedure tot pacht te volgen;
Overwegende dat de pacht wordt verleend aan dhr. Erik Rijken, voor een bepaalde duur van 9 jaar (waarna deze eventueel stilzwijgend zou kunnen worden verder gezet voor periode van 9 jaar cfr. de pachtwetgeving);
Dat de pachtvergoeding wordt berekend overeenkomstig de bepalingen van de Wet van 04 november 1969 tot beperking van de pachtprijzen, waardoor de pachtprijs bij aanvang op € 612,88 per jaar wordt gelegd, zodoende dat er geen schattingsverslag nodig is;
Dat deze nieuwe pacht werd vervat in de pachtovereenkomst, die onderdeel uitmaakt van dit besluit, die wordt goedgekeurd;
Art. 1: De pachtovereenkomst, met dhr. Rijken wonende te Bree Gerkenbergstraat 7, voor het perceel gelegen aan de Wijshagerstraat, kadastraal gekend als 2e Afd. sie B nr. 652D2 met een oppervlakte van 2ha49a40ca voor een termijn van 9 jaar tegen een jaarlijkse vergoeding conform de Wet van 04 november 1969 en die aanvangt op € 612,88 per jaar , die integraal deel uitmaakt van dit besluit wordt goedgekeurd.
Art. 2: De burgemeester, mevrouw Liesbeth Van der Auwera en de algemeen directeur, de heer Stefan Goclon worden gemachtigd tot het ondertekenen van de pachtovereenkomst.
Art. 3: De bepalingen van Deel 2, Titel 7 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
De door notarissen NOTALIM voorgestelde wijzigingen aan de notariële akte d.d. 01/12/2022 betreffende " Verkoop OCMW Bree / Katholiek Secundair Onderwijs Bree, vroegtijdige beëindiging erfpacht - vestiging erfpacht Katholiek Secundair Onderwijs Bree / Katholiek Onderwijs Sint-Michiel Bocholt -Bree-Peer / Stad Bree", worden goedgekeurd
De gemeenteraad:
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Gelet op het besluit van deze gemeenteraad (en O.C.M.W.-raad) van 07/11/2022;
Overwegende dat het kantoor Notarissen NOTALIM uit Oudsbergen per e-mail van 20/01/2023 aan de partijen die de erfpachtakte hebben ondertekend op 01/12/2022 vraagt om enkele wijzigingen aan de oorspronkelijke erfpachtakte d.d. 01/12/2022 goed te keuren,
het betreft enkele wijzigingen die AGION vraagt om beroep te kunnen doen op de infrastructuursubsidies tot de bouw van een nieuwe sporthal voor gezamenlijk gebruik door KOSM en stad Bree;
Overwegende dat de gemeenteraad hiervoor bevoegd is, de goedkeuring door de O.C.M.W.-raad is in deze niet nodig;
Art. 1: De door notarissen NOTALIM voorgestelde wijzigingen aan de notariële akte d.d. 01/12/2022 betreffende " Verkoop OCMW Bree / Katholiek Secundair Onderwijs Bree, vroegtijdige beëindiging erfpacht - vestiging erfpacht Katholiek Secundair Onderwijs Bree / Katholiek Onderwijs Sint-Michiel Bocholt -Bree-Peer / Stad Bree" worden goedgekeurd;
Art. 2: De Burgemeester, mevrouw Liesbeth Van der Auwera en de algemeen directeur, de heer Stefan Goclon worden gemachtigd tot het ondertekenen van de gewijzigde authentieke akte.
Art. 3: Afschrift van dit besluit te bezorgen aan notariskantoor NOTALIM.
Art. 4: De bepalingen van Deel 2, Titel 7 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing
Goedkeuring van de doorverkoop van KMO-Units M en N gelegen te KMO-zone Peerderbaan 6 M en 6 N door BV INVERCO aan NV BREBO alsook verzaking aan het terugkooprecht.
De gemeenteraad:
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Gelet op de omgevingsvergunning dd. 17 februari 2020 inzake OMV_2019145601;
Gelet op de gemeenteraadsbesluiten dd. 11 januari 2021 en dd. 12 april 2021;
Gelet op het schrijven vanwege Notaris Jan Lambrecht met kantoor te 3560 Lummen Ringlaan 20 dd. 17 januari jl;
Overwegende dat Notaris Jan Lambrecht vraagt om akkoord te gaan met de vervreemding van 2 KMO-units, de units M en N alsook afstand te doen van het recht op terugkoop;
Dat deze KMO-units werden gebouwd op de industriezone aan de Peerderbaan door KMO-invest;
Dat KMO-invest de units daarna heeft verkocht aan INVERCO BV;
Overwegende dat er in de oorspronkelijke verkoopsovereenkomst dd. 09.05.1978 voorwaarden werden opgelegd, o.a. inzake doorverkoop en het uitoefenen van het recht van terugkoop;
Dat deze voorwaarden later werden overgenomen in de akte van aankoop door de nv Gedriplastics van de Stad Bree dd. 09.05.1980;
Dat de gemeenteraad in haar besluiten in 2021 goedkeuring heeft verleend aan elke eerste doorverkoop m.b.t. alle gebouwde privatieve kavels door KMO- Invest aan de eerste kopers, mits gebouwd overeenkomstig de omgevingsvergunning dd. 17.02.2020, en van de verhuur door de eerste koper van die onroerende goederen, mits de eerste kopers op hun beurt (tevens) voldoen aan volgende voorwaarden: naleving voorwaarden voornoemde omgevingsvergunning + voorschriften van het BPA “Industriezone Peerderbaan” dd. 12/06/1973 en het gewestplan, en heeft beslist het recht van terugverkoop niet uit te oefenen bij elke eerste doorverkoop;
Dat het echter ondertussen weer opvolgende verkopen betreft zodoende dat het akkoord van de gemeenteraad en afstand van het recht op terugkoop dienen te worden gevraagd;
Overwegende dat de Units worden verkocht door INVERCO BV aan NV BREBO;
Dat BREBO NV volgende activiteit zal uit te oefenen: opslagplaats voor groothandel in elektra;
Dat gelet op de tewerkstelling en de ondernemingszin en het aanmoedigen van bedrijfseconomische activiteit in Bree kan worden ingestemd met de voorgenomen doorverkopen waarbij steeds rekening dient te worden gehouden met geldende bestemmings- en ruimtelijke structuurplannen;
Art. 1: Goedkeuring te verlenen inzake de verkoop door de BV INVERCO met maatschappelijke zetel te 3900 Pelt, Waterstraat 12 met ondernemingsnummer BE 0434.357.882 aan de NV BREBO met zetel te 3512 Hasselt, Sterrebos 61, met ondernemingsnummer BTW BE 0440.966.948 van :
In het complex genaamd Bedrijvencampus Bree: op een perceel grond, gelegen aan de Toekomststraat 6 te Bree en een achterliggend perceel grond gelegen inwaarts de Toekomststraat, en ter plaatse gekend als " Industrieterrein Peerderbaan nummer 1419+", kadastraal gekend als Bree 2e Afd., sectie B, nummers 0001/10A0P0000 (groot 44a 15ca) en 0001/00E3P0000 (groot 48a 40ca), telkens gezamenlijk groot tweeënnegentig are en vijfenvijftig centiare (92a 55ca), en met een gezamenlijke oppervlakte volgens voormelde recente meting van tweeënnegentig are en drieënvijftig centiare (92a 53ca):
Unit M, met adres Toekomstraat 6M, omvattende:
a) in privatieve en exclusieve eigendom : de hal;
b) in mede-eigendom en gedwongen onverdeeldheid: vijfhonderddertig/ tienduizendsten (530/ 10.000sten) in de gemeenschappelijke delen van het gebouw, waaronder de grond;
c) in exclusief gebruiksrecht: de parkeerplaatsen P.M1, P.M2 en P.M3 zoals aangeduid op het inplantingsplan;
Ingevolge de voorafgaande perceelidentificatie gekend onder nummer B 842AP0013.
Unit N, met adres Toekomstraat 6N, omvattende:
a) in privatieve en exclusieve eigendom : de hal;
b) in mede-eigendom en gedwongen onverdeeldheid: vijfhonderddertig/ tienduizendsten (530/ 10.000sten) in de gemeenschappelijke delen van het gebouw, waaronder de grond;
c) in exclusief gebruiksrecht: de parkeerplaatsen P.N1, P.N2 en P.N3 zoals aangeduid op het inplantingsplan;
Ingevolge de voorafgaande perceelidentificatie gekend onder nummer B 842AP0014.
Art. 2: Te verzaken aan het recht van terugverkoop, zoals in de vorige akten van aankoop (d.d. 1980) werd voorzien.
Art. 3: In de akte dienen de voorwaarden zoals in de oorspronkelijke akten van aankoop uit 1980 (goedkeuring vervreemding en recht terugkoop) te worden overgenomen.
Art. 4: Dit besluit over te maken aan het notariskantoor Jan Lambrecht en Stefanie Hendrikx te 3560 Lummen, Ringlaan 20.
Art. 5: De bepalingen van Deel 2, Titel 7 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
De gemeenteraad:
Gelet op artikel 40 e.v. van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
Gelet op het decreet van 9 juli 2021 houdende wijzigingen van diverse decreten met betrekking tot wonen, waarbij een regelgevend kader met betrekking tot de woonmaatschappijen wordt gecreëerd;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2021 tot wijziging van verschillende besluiten over wonen;
Gelet op de Vlaamse Codex Wonen van 2021 (VCW);
Gelet op het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 (BVCW), in het bijzonder artikel 4.98, §1, 3°, punt k.
Overwegende het schrijven van 5 januari 2023, ontvangen van Atelier W20, waarin wordt gevraagd om tegen uiterlijk 20 februari 2023 een advies uit te brengen over de erkenningsaanvraag als woonmaatschappij, in het bijzonder conform artikel 4.98, §1, 3°, punt k van het BVCW inzake de lokale netwerkvorming, lokale inbedding en verankering.
Art. 1: De gemeenteraad neemt kennis van de aanvraag tot erkenning als woonmaatschappij.
Art. 2: De gemeenteraad stelt in het kader van de procedure vermeld in artikel 4.98 §1 tweede lid, 2°, punt k van het BVCW van 2021 vast dat de aldus te vormen woonmaatschappij zal zorgen voor voldoende lokale netwerkvorming, lokale inbedding en verankering.
Art. 3: Deze beslissing wordt aan de aanvrager bezorgd.
Art. 4: De bepalingen van Deel 2 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
Goedkeuring addendum bij samenwerkingsovereenkomst tussen Stad Bree en Energiehuis Limburg rond de omkadering van het Woonloket.
De gemeenteraad:
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op de nog geldende bepalingen van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2018 over het lokaal woonbeleid en het Besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 208 tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010;
Overwegende de samenwerkingsovereenkomst tussen Stad Bree en Energiehuis Limburg (Duwolim) goedgekeurd door de Gemeenteraad van 17 februari 2020;
Overwegende de positieve evaluatie van de samenwerking tussen Stad Bree en Energiehuis Limburg rond individuele adviesgesprekken voor burgers, de uitvoering van energiescans, de ondersteuning van het Woonloket van Welzijnsregio en de organisatie op vraag van infosessies voor burgers rond energiegerelateerde items;
Overwegende het voorafgaand intern overleg waaruit blijkt dat Stad Bree het basisaanbod van Energiehuis wenst te behouden, maar in 2023 niet in zal gaan op het aanbod van extra dienstverlening;
Art. 1: De raad keurt het addendum bij de samenwerkingsovereenkomst met Energiehuis Duwolim rond de dienstverlening van het Energiehuis, m.n. de omkadering van het eigen Woonloket, goed.
Art. 2: De bepalingen van Deel 2, Titel 7 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
De gemeenteraad gaat akkoord met de nieuwe aanvraagprocedure en het afsprakenkader voor de uitbating van pop-uphorecazaken in Bree (zomerbars).
De gemeenteraad:
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Gelet op het verhoogd aantal aanvragen tot toelating van tijdelijke zomerbars in 2022 en de nood aan een vast lokaal kader en aanvraagprocedure voor pop-up horecazaken.
Overwegende het groeiend aantal zomerbars en - terrassen in Bree in 2022.
Voor 2022 hadden we volgende aanvragen voor een pop-up horecazaak ontvangen:
Overwegend dat er geen lokale aanvraagprocedure bestond voor pop-up horecazaken en er nood is aan een vast afsprakenkader gezien in de meeste gevallen de ligging in bewoond gebied is.
Overwegend dat er meldingen van overlast waren bij de uitbating van deze zomerbars - en terrassen in 2022.
Deze meldingen hadden allemaal betrekking op geluidsoverlast voornamelijk door het afspelen van elektronisch verstrekte muziek.
Overwegende het voorstel van de dienst Evenementenloket om een online aanvraagformulier op de website van Stad Bree te plaatsen waarin alle nodige info en documenten voor het oprichten van een pop-up horecazaak ingediend kunnen worden.
Deze aanvraagprocedure zal onderworpen zijn aan de algemene wetgeving en het vrijstellingsbesluit van de Vlaamse Regering.
Het Vrijstellingsbesluit voorziet een vrijstelling voor tijdelijke functiewijzigingen met een maximale duur van 4 periodes en telkens maximaal 30 aaneengesloten dagen per kalenderjaar.
Daarnaast is er nog een bijkomende vrijstelling voor complementaire functies in een woongebouw mits het gebouw gelegen is in een woongebied (of vergelijkbaar), de woonfunctie behouden blijft als hoofdfunctie en de complementaire functie beperkt blijft tot 100m² en deze laatste niet strijdig is met stedenbouwkundige voorschriften.
Ondanks de hoge mate van flexibiliteit die het vrijstellingsbesluit toelaat moeten tijdelijke initiatieven (zoals pop-up horeca) steeds voldoen aan de geldende stedenbouwkundige voorschriften/ruimtelijke plannen.
Zo zijn pop-up horeca initiatieven in bepaalde gevallen steeds verboden:
Volgens hetzelfde Vrijstellingsbesluit is er geen omgevingsvergunning nodig voor de tijdelijke plaatsing van constructies (met uitzondering van publiciteitsinrichtingen) op voorwaarde dat aan volgende regels voldaan is:
In het online formulier op de website van Stad Bree dient de aanvrager volgende verplichte elementen in te geven:
Op basis van de ontvangen info zal Stad Bree dan vanuit de eigen diensten een controle doen op hygiëne, stedenbouwkundige voorschriften en omgevingsvergunning, kwetsbaarheid van het gebruikte gebied en een controle op de brandveiligheid en elektrische installatie i.s.m. met Hulpverleningszone Noord-Limburg.
De bevindingen worden vervolgens geagendeerd op het college van burgmeester en schepenen waarna een eventuele goedkeuring verleend kan worden.
Overwegende het advies van de dienst Evenementenloket om een afsprakenkader voor pop-up horecazaken in Bree te bepalen en vanaf 2023 in voege te laten gaan.
Voor een goede werking en om de overlast tot een minimum te herleiden stelt het Evenementenloket volgende afspraken voor:
Art. 1: De gemeenteraad gaat akkoord met het installeren van een digitale aanvraagprocedure voor pop-uphorecazaken op de website van Stad Bree zoals hierboven beschreven. De dienst Evenementenloket zorgt voor de uitwerking hiervan alsook voor een alternatieve procedure op papier.
Art. 2: De gemeenteraad geeft goedkeuring aan het vaste afsprakenkader voor de uitbating van een pop-up horecazaak zoals hierboven geadviseerd door de dienst Evenementenloket.
Dit afsprakenkader zal ingaan vanaf 2023 en jaarlijks geëvalueerd worden.
Art. 3: De bepalingen van Deel 2, Titel 7 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
De gemeenteraad neemt kennis van de beslissing van Agentschap Binnenlands Bestuur inzake de klacht over wateroverlast in de Wiekersbeekstraat.
De raad neemt kennis van de jaarlijkse rapportering door de algemeen directeur inzake de klachten binnengekomen bij de stad in 2022.
De gemeenteraad:
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Gelet op artikel 14 van het klachtenreglement goedgekeurd in de gemeenteraad en de OCMW-raad van 11 maart 2019:
Minstens één keer per jaar bezorgt de klachtencoördinator een overzicht van de klachten en van de behandeling ervan aan de algemeen directeur, die dit ter kennisgeving brengt aan het managementteam en aan de gemeenteraad.
Gelet op de kennisname in het managementteam van 23 januari 2023;
Art. 1: De raad neemt kennis van de jaarlijkse rapportering door de algemeen directeur inzake de klachten binnengekomen bij de stad met betrekking tot het jaar 2022.
Art. 2: De bepalingen van Deel 2 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
De functiebeschrijving van financieel directeur (klasse 3) wordt aangepast.
De gemeenteraad:
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen d.d. 29/05/2019 betreffende de goedkeuring van de Rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel;
Overwegende dat artikel 28 van de rechtspositieregeling bepaalt dat de raad de functiebeschrijving voor de functie van financieel directeur vaststelt;
Overwegende dat de functiebeschrijving wordt opgesteld rekening houdend met de actuele context en de huidige noden;
FUNCTIETITEL: Financieel directeur GRAADBENAMING: Decretale graad WS KLASSE 3 |
FUNCTIEBESCHRIJVING
HOOFDDOEL VAN DE FUNCTIE |
Leiden (plannen, organiseren, coördineren, opvolgen, evalueren, rapporteren en bijsturen) van de activiteiten van de financiële functie binnen de gemeente, het OCMW en Autonoom Gemeentebedrijf Bree teneinde de doelstellingen van het bestuur te vrijwaren via een effectief, efficiënt en kostenbewust beheer.e |
PLAATS IN DE ORGANISATIE/ ORGANIGRAM |
|
Domein |
Organisatie |
Geeft leiding aan |
Financiële dienst |
Krijgt leiding van |
Algemeen directeur |
Lid van Managementteam |
Ja |
FUNCTIEINHOUD |
||
Resultaatsgebieden |
Verantwoordelijkheden |
|
Financiële planning op lange en korte termijn |
|
|
|
|
|
De boekhouding en de jaarrekening |
|
|
Fiscale en niet-fiscale debiteurenbeheer |
|
|
|
Rapportering en analyse |
|
Financieel management |
|
Interne financiële controle met inbegrip van visum |
|
Human resources management |
|
|
|
Externe contacten inclusief samenwerkingsverbanden en verzelfstandigde organisaties |
|
KERNCOMPETENTIES (zie competentiewoordenboek) |
Loyaliteit |
Professionalisme |
Objectiviteit en neutraliteit |
Zorgvuldigheid |
Vertrouwelijkheid |
Klantgerichtheid |
Collegialiteit |
FUNCTIEGERICHTE COMPETENTIES (zie competentiewoordenboek) |
Plannen en organiseren |
Leidinggeven |
Besluitvaardigheid |
Art. 1: De functiebeschrijving van de volgende functie wordt aangepast zoals in bijlage van dit besluit.
• Financieel directeur (klasse 3)
Art. 2: De bepalingen van Deel 2 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
Er wordt een statutaire betrekking (38u) voor financieel directeur (klasse 3) bij wijze van aanwerving opengesteld onder de toelatings- en aanwervingsvoorwaarden, vastgesteld in de Rechtspositieregeling volgens de artikelen 6 tem 8. Er wordt een wervingsreserve aangelegd voor de duur van 2 jaar.
De gemeenteraad:
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 07/03/2018 betreffende de goedkeuring van de Rechtspositieregeling houdende artikel 2, dat bepaalt dat de raad aanstellende overheid is voor de algemeen directeur en de financieel directeur;
Gelet op artikel 5 van de rechtspositieregeling dat bepaalt dat de aanstellende overheid beslist of een vacante wervingsbetrekking wordt open verklaard en op welke manier;
Gelet op artikel 21 tem artikel 25 van de rechtspositieregeling dat bepaalt dat de aanstellende overheid de concrete selectieprocedure vaststelt en zorgt voor de organisatie;
Gelet op artikel 28 tem 31 van de rechtspositieregeling dat specifieke bepalingen vastlegt voor de aanwerving van de algemeen directeur en de financieel directeur;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad dd. 06/02/2023 betreffende de goedkeuring van de functiebeschrijving van financieel directeur (Klasse 3);
Overwegende dat dhr. Jean Gielen met pensioen gaat vanaf 1 mei 2023;
Overwegende dat artikel 162 van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat er in elke gemeente één algemeen directeur en één financieel directeur aanwezig moet zijn, die zowel de stad als het OCMW bedienen en waarbij beide ambten worden uitgeoefend door personeelsleden van de stad;
Overwegende dat de continuïteit en kwaliteit van de openbare dienstverlening op het hoogste ambtelijke niveau evenwel gegarandeerd moeten worden;
Overwegende dat het opportuun is om deze functie opnieuw vacant te verklaren via een aanwervingsprocedure;
Art. 1: Er wordt een statutaire betrekking (38u) voor financieel directeur (klasse 3) bij wijze van aanwerving opengesteld onder de toelatings- en aanwervingsvoorwaarden, vastgesteld in de Rechtspositieregeling volgens de artikelen 6 tem 8.
Er wordt een wervingsreserve aangelegd voor de duur van 2 jaar.
De aanstellende overheid organiseert de examens cfr. artikel 11 tem artikel 14 van de Rechtspositieregeling.
De aanstellende overheid besteedt de selectieprocedure uit aan een extern selectiebureau cfr. artikel 30 van de Rechtspositieregeling. Het selectiebureau voert de selectie uit in overeenstemming met de Rechtspositieregeling.
Art. 2: De algemene aanwervingsvoorwaarden volgens de bepalingen van de rechtspositieregeling art. 6 tem art. 8 en onderstaande specifieke vereisten:
Aan het personeelslid met beroepservaring in de privé-sector of als zelfstandige wordt graadanciënniteit, niveauanciënniteit en dienstanciënniteit toegekend als die beroepservaring relevant is voor de functie waarin het personeelslid wordt aangesteld. Deze anciënniteiten worden beperkt tot maximum 10 jaar.
Die administratieve anciënniteiten worden toegekend op basis van een vergelijking van die diensten met de voorwaarden en met het functieprofiel voor de functie waarin het personeelslid aangesteld wordt.
Art. 3: De volgende inhoud wordt verspreid als vacaturebericht via de bekendmakingskanalen: eigen website, het Belang van Limburg, sociale media & intern:
FINANCIEEL DIRECTEUR LOKAAL BESTUUR BREE Klasse 3 – 38 u – Statutair Ben jij een communicatief leidersfiguur met een analytische geest? Als financieel directeur ben je verantwoordelijk voor het financieel beleid van de stad, het OCMW en het AGB in Bree. Je staat in voor de algemene leiding – van planning tot coördinatie en evaluatie – van de financiële dienst en helpt te verzekeren dat het bestuur van Bree zijn doelen haalt. Effectief, efficiënt en kostenbewust beheer zitten je in het bloed. Zo vervul je een onmisbare rol!
Jouw profiel
|
Art. 4: In overeenstemming met de rechtspositieregeling en de functiebeschrijving worden de volgende selectieproeven voorgesteld (volgorde niet bepalend):
Preselectie
Kandidaten worden toegelaten indien ze over een master diploma (of daarmee gelijkgesteld) beschikken en 5 jaar relevante beroepservaring hebben.
Een geïntegreerde proef
De geïntegreerde proef bestaat uit een schriftelijke voorbereiding via thuisopdracht waarin minstens het financieel-economisch inzicht van de kandidaten wordt getoetst. Daarna volgt het mondeling gedeelte waar de thuisopdracht verder besproken wordt, gevolgd door een bevraging. Tijdens dit gesprek wordt er gepeild naar de overeenstemming van het profiel van de kandidaat met de specifieke vereiste van de functie en naar zijn/haar motivatie, persoonlijkheid, eventuele werkervaring, de vakkennis en de interesse voor het werkterrein. De geselecteerde competenties worden ook grondig bevraagd.
Assessmentproef
Dit gedeelte test de managements- en leiderschapscapaciteiten op het niveau van de functie. Er wordt een diversiteit aan instrumenten aangewend om de verschillende competenties te meten die essentieel zijn voor de vermelde functie. Dezelfde competenties worden door verschillende instrumenten gemeten zodat hierdoor de validiteit en voorspellende waarde van de screening verhoogt. De concrete invulling van de assessmentproef wordt overgelaten aan het erkend assessmentbureau en zal bestaan uit:
Art. 5: Om als geslaagd te worden beschouwd, moeten de kandidaten voor het geheel van examen minimum 60% van de punten behalen en minimaal 50% op elke selectietechniek. Alle geslaagde kandidaten worden uitgenodigd voor het assessment center. Het resultaat van de assessmentproef wordt als advies meegenomen bij de rangschikking van de kandidaten, het resultaat is niet bindend.
Art. 6: Indien er kandidaten zijn die zich beroepen op de waarborgregeling van artikel 589, §3 van het Decreet Lokaal Bestuur, dan worden zowel de geslaagde kandidaten uit voormelde selectieprocedure als de kandidaten die zich beroepen op de waarborgregeling onderworpen aan een bijkomende proef om de titels en verdiensten van de geschikte kandidaten beter te kunnen peilen en de systematische vergelijking van titels en verdiensten te ondersteunen. Deze bijkomende proef bestaat uit:
De CV-analyse en het gestructureerd gesprek worden beoordeeld op basis van de criteria (resultaatsgebieden en competenties) beschreven in het vastgelegde functieprofiel van financieel directeur (zie onderstaande matrix). Tijdens het gestructureerd gesprek is het mogelijk nog dieper in te gaan op het portfolio van de kandidaat.
Het extern bureau en de jury worden belast met het afnemen van deze bijkomende proeven. De proeven zijn niet eliminerend en resulteren in een kwalitatieve beoordeling. Het is enkel adviserend bedoeld voor de aanstellende overheid in het kader van de vergelijking van titels en verdiensten.
De aanstellende overheid zal -bij aanwezigheid van kandidaten die onder de waarborgregeling vallen- uiteindelijk tot een aanstelling moeten komen met in achtneming van een systematische vergelijking van de titels en verdiensten tussen de kandidaten die de selectieprocedure hebben doorlopen en de kandidaten die onder de waarborgregeling ressorteren.
Indien er zich geen kandidaat (of kandidaten) heeft (hebben) aangemeld die zich beroept (beroepen) op de waarborgregeling van artikel 589§3 van het DLB, stelt de aanstellende overheid de financieel directeur aan uit de gerangschikte kandidaten die uit de aanwervingsprocedure gekomen zijn.
Art. 7: De selectiecommissie zal, in overeenstemming met de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel en de functiebeschrijving, bestaan uit:
- Intern jurylid en voorzitter: Stefan Goclon, algemeen directeur lokaal bestuur Bree
- Extern jurylid: Erik Vander Mierde, financieel directeur stad Lommel
- Extern jurylid: Rudi Van Gurp, financieel directeur stad Genk
- Extern jurylid: Stacey Evrard, HR consultant SD Worx Staffing & Career Solutions
- Secretaris: Marijke Evens, diensthoofd personeel lokaal bestuur Bree
Ieder lid dient eveneens een plaatsvervanger aan te duiden die optreedt bij afwezigheid van de persoon die hij vervangt.
De selectiecommissie wordt geleid door de voorzitter die in zijn taak wordt bijgestaan door een secretaris die niet deelneemt aan de eigenlijke selectie-activiteiten en aan de beoordeling van de kandidaten.
Art. 8: Het verloop van de selectie wordt als volgt gepland:
Goedkeuring wordt verleend aan het samenwerkingsvoorstel voor de selectie van financieel directeur van SD Worx Staffing & Career solutions.
De gemeenteraad:
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 6 februari 2023 betreffende de vacantverklaring, vaststelling selectieprocedure en aanstelling selectiecommissie van een financieel directeur (klasse 3) in statutair verband;
Gelet op artikel 30 van de rechtspositieregeling dat bepaalt dat de selectie voor de aanwerving in de functie van financieel directeur wordt uitbesteed aan een extern selectiebureau;
Overwegende dat wij als vennoot van Poolstok snel en eenvoudig kunnen samenwerken met een dienstverlener en dit conform de bepalingen van de wetgeving op de overheidsopdrachten;
Overwegende dat SD Worx Staffing & Career solutions een samenwerking met Poolstok heeft afgesloten;
Overwegende dat SD Worx Staffing & Career solutions een samenwerkingsvoorstel (projectnummer 2023 41563 Procedure: A) aanbiedt aan ons bestuur voor wat betreft de selectie van een financieel directeur;
Overwegende dat het prijsvoorstel, opgenomen in het samenwerkingsvoorstel, marktconform is voor een selectieprocedure op dit niveau;
Art. 1: Goedkeuring wordt verleend aan het samenwerkingsvoorstel (inclusief prijsvoorstel), voor de selectie van financieel directeur, van Poolstok & SD Worx Staffing & Career solutions zoals in bijlage aan dit besluit gevoegd.
Art. 2: De bepalingen van Deel 2 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing
Goedkeuring van de bijlage (gelijkgestelde periodes in het kader van de COVID-19-pandemie) bij het reglement houdende de oprichting en administratieve en technische modaliteiten van het collectief pensioenplan ten voordele van de contractuele personeelsleden.
De gemeenteraad:
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op de nog geldende bepalingen van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Gelet op de wet van 6 augustus 1993 betreffende de pensioenen van het benoemd personeel en het belastingsstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid;
Gelet op de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid;
Gelet op de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen;
Gelet op het sectoraal akkoord 2008-2013 voor het personeel van de lokale en provinciale besturen, afgesloten in het Vlaamse onderhandelingscomité C1 van 19 november 2008;
Gelet op het kaderreglement tweede pensioenpijler contractanten dat met de representatieve vakorganisaties onderhandeld werd in het Vlaamse onderhandelingscomité C1 van 9 december 2009;
Gelet op de oprichting van een collectief pensioenplan voor de contractuele personeelsleden door het provinciebestuur van Limburg, conform het provincieraadsbesluit van 17.12.2008, voor zijn contractuele personeelsleden en de goedkeuring van een reglement voor het gezamenlijk organiseren van een collectief pensioenplan met de Limburgse gemeenten en OCMW’s conform het besluit van de provincieraad van 16.09.2009;
Gelet op de oprichting van een tweede pensioenpijler voor de contractueel tewerkgestelde personeelsleden, binnen de stad, met ingang van 1 januari 2010, door het instellen van een collectief pensioenplan;
Gelet op het reglement voor het collectief pensioenplan voor de tweede pijler voor contractuelen waarin door het stadsbestuur de principes, modaliteiten en verplichtingen van dit plan vastgelegd werden, rekening houdend met de wettelijke verplichtingen en mogelijke toekomstige modaliteiten;
Gelet op artikel 10 van de Wet van 7 mei 2020 houdende uitzonderlijke maatregelen in het kader van de COVID-19-pandemie inzake pensioenen, aanvullende pensioenen en andere aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid;
Overwegende dat wij als lokaal bestuur Bree ervoor kiezen om de dekkingen leven, overlijden en arbeidsongeschiktheid voor werknemers in tijdelijke werkloosheid wegens de COVID-19-crisis te behouden;
Art. 1: De gemeenteraad besluit over te gaan tot de goedkeuring van de bijlage (gelijkgestelde periodes in het kader van de COVID-19-pandemie) bij het reglement houdende de oprichting en administratieve en technische modaliteiten van het collectief pensioenplan ten voordele van de contractuele personeelsleden bij de stad dat op 1 januari 2010 werd vastgesteld en dat deel uitmaakt van het raadsbesluit van 21/09/2010 en latere besluiten. De bijlage van het reglement maakt deel uit van de bijlage van dit raadsbesluit.
Art. 2: Deze bijlage treedt in werking op 13 maart 2020 en wordt gehecht aan het pensioenreglement.
Art. 3: De bepalingen van Deel 2, Titel 7 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
De Gemeenteraad van de Stad Bree vraagt aan de federale overheid, aan de ambassadeur van België in Iran en aan de ambassadeur van Iran in België om dringend alle mogelijke diplomatieke procedures in te zitten die kunnen leiden tot de vrijlating van Olivier Vandecasteele; aan de federale overheid, aan de ambassadeur van België in Iran en aan de ambassadeur van Iran in België om te waken over de waardigheid van de omstandigheden waarin Olivier Vandecasteele gevangen zit; aan de Eerste minister, de minister van justitie en de minister van buitenlandse betrekkingen om een internationaal initiatief te nemen, bijvoorbeeld onder de vorm van een nieuw verdrag of een nieuwe internationale verklaring tegen gijzelneming tussen staten.
De gemeenteraad:
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Sinds 24 februari is de Doornïkse inwoner Olivier Vandecasteele gevangen in Iran, zonder enige vorm van motivering.
De omstandigheden waarin Olivier Vandecasteele in de gevangenis verblijft zijn te betreuren en onmenselijk. Ze hebben rampzalige gevolgen voor zijn mentale en fysieke gezondheid.
Bovendien werd zijn recht op verdediging niet gerespecteerd.
Op 8 december heeft het Grondwettelijk Hof beslist om het wetsvoorstel, gestemd in juli, te schorsen dat het mogelijk zou maken om gevangenen te ruilen tussen België en Iran. Alle diplomatieke oplossingen moeten worden geactiveerd om Olivier Vandecasteele te bevrijden.
Dit is wat deze motie voorstelt.
Overwegende dat Olivier Vandecasteele, humanitair medewerker, werd aangehouden op 24 februari 2022 zonder enige motivering van de Iraanse autoriteiten;
Overwegende dat het dus gaat over een willekeurige arrestatie;
Gelet op de te betreuren en onmenselijke omstandigheden, waarin Olivier Vandecasteele zich bevindt;
Overwegende dat de Belgische ambassadeur slechts 6 bezoeken heeft kunnen bekomen in 9 en een halve maand tijd, ondanks herhaaldelijk aandringen, en bovendien onder hoog toezicht;
Overwegende dat Olivier Vandecasteele dus niet het recht heeft om tijdens deze ontmoetingen de onderwerpen te bespreken die hij zou willen;
Gelet op de gezondheid van deze persoon sterk en snel achteruitgaat;
Overwegende dat Olivier Vandecasteele de consulaire dienst heeft geïnformeerd dat hij voor de rechtbank was verschenen zonder medeweten van de lokale Belgische autoriteiten noch van zijn Iraanse advocaten. Zijn Iraanse ‘advocaat’ die werd aangesteld door de Iraanse rechtbank heeft op geen enkel moment het woord genomen tijdens zijn ‘proces’. Olivier Vandecasteele heeft ook laten weten dat hij werd veroordeeld voor alle aanklachten tegen hem zonder dat hij toestemming had om te communiceren over de aanklachten;
Overwegende dat deze ongerechtigheid en het gebrek aan perspectieven voor Olivier Vandecasteele zijn mentale en fysieke weerbaarheid ernstig beschadigen;
Overwegende dat Olivier Vandecasteele een hongerstaking heeft ingezet sinds half november;
Overwegende dat Olivier Vandecasteele sinds 285 dagen in totaal isolement verblijft en dat hij wordt vastgehouden in onmenselijke omstandigheden, wat als een foltering wordt aanzien door de Verenigde Naties en Amnesty International;
Overwegende dat het federaal parlement op 20 juli instemde met een wetsontwerp voor een verdrag dat de uitwisseling van gevangenen met andere landen mogelijk maakt, waaronder het uitwisselen van gevangenen tussen België en Iran;
Overwegende dat dit verdrag de deur open zou houden voor de uitwisseling van gevangenen, enerzijds de Iraanse diplomaat die in 2021 in België veroordeeld werd tot 20 jaar gevangenisstraf voor de voorbereiding van een aanslag in Frankrijk, en anderzijds, Olivier Vandecasteele;
Overwegende dat het Grondwettelijk Hof op 8 december 2022 heeft beslist dit wetsvoorstel voor het verdrag dat een uitwisseling mogelijk zou kunnen maken op te schorten;
Overwegende dat Olivier Vandecasteele op 14 december werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 28 jaar;
Overwegende dat de familie van Olivier Vandecasteele ten einde raad is in deze situatie;
Gelet op de mobilisatie van de burgers voor steun aan Olivier Vandecasteele, namelijk via een petitie die meer dan 35.000 handtekeningen heeft verzameld;
Vraagt de Gemeenteraad van de Stad Bree:
Aan de federale overheid, aan de ambassadeur van België in Iran en aan de ambassadeur van Iran in België om dringend alle mogelijke diplomatieke procedures in te zitten die kunnen leiden tot de vrijlating van Olivier Vandecasteele;
Aan de federale overheid, aan de ambassadeur van België in Iran en aan de ambassadeur van Iran in België om te waken over de waardigheid van de omstandigheden waarin Olivier Vandecasteele gevangen zit;
Aan de Eerste minister, de minister van justitie en de minister van buitenlandse betrekkingen om een internationaal initiatief te nemen, bijvoorbeeld onder de vorm van een nieuw verdrag of een nieuwe internationale verklaring tegen gijzelneming tussen staten.
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst betreffende "Verlorenkoststraat: renovatie riolering" goed.
De gemeenteraad:
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 140.000,00 niet);
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90, 1°;
Overwegende dat Fluvius de volgende werken wenst uit te voeren: rioleringswerken in de Verlorenkoststraat te Bree;
Overwegende dat stad Bree de volgende werken wenst uit te voeren: wegeniswerken in de Verlorenkoststraat te Bree;
Overwegende dat de partijen van oordeel zijn dat de uitvoering van de werken voor rekening van de verschillende overheden in het algemeen belang worden samengevoegd;
Overwegende dat gezamenlijk aankopen kan leiden tot aanzienlijke besparingen en administratieve vereenvoudiging;
Overwegende dat Fluvius wordt aangeduid om in gezamenlijke naam bij de gunning en uitvoering van de vermelde opdrachten van werken en diensten als opdrachtgevend bestuur (bouwheer) op te treden;
Gelet op het voorgestelde samenwerkingsakkoord tussen Fluvius en Stad Bree;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van 2023, op budgetcode 2240000/DOM 1/0200 (actie / raming AC000039/MJP001466);
Art. 1: De gemeenteraad keurt de hierbij gevoegde overeenkomst goed.
Art. 2: De gemeenteraad geeft bevoegdheid aan de burgemeester om deze overeenkomst te ondertekenen.
Art. 3: Afschrift van dit besluit wordt bij het dossier gevoegd en overgemaakt aan de betrokken partijen.
Art. 4: De bepalingen van Deel 2 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 2023/004/TD/KS en de raming voor de opdracht “Aankoop 2 maaiers voor de technische dienst”, opgesteld door de Technische dienst. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt € 103.300,00 excl. btw of € 124.993,00 incl. 21% btw.
De gemeenteraad:
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 140.000,00 niet);
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90, 1°;
Overwegende dat in het kader van de opdracht “Aankoop 2 maaiers voor de technische dienst” een bestek met nr. 2023/004/TD/KS werd opgesteld door de Technische dienst;
Overwegende dat deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen:
* Perceel 1 (Leveren zitgrasmaaier), raming: € 50.150,00 excl. btw of € 60.681,50 incl. 21% btw;
* Perceel 2 (Leveren zitgrasmaaier), raming: € 53.150,00 excl. btw of € 64.311,50 incl. 21% btw;
Overwegende dat de totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 103.300,00 excl. btw of € 124.993,00 incl. 21% btw;
Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van 2023, op budgetcode 2431000/DOM 1/0200 (actie / raming AC000040/MJP000563);
Art. 1: Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 2023/004/TD/KS en de raming voor de opdracht “Aankoop 2 maaiers voor de technische dienst”, opgesteld door de Technische dienst. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt € 103.300,00 excl. btw of € 124.993,00 incl. 21% btw.
Art. 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Art. 3: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2023, op budgetcode 2431000/DOM 1/0200 (actie / raming AC000040/MJP000563).
Art. 4: De bepalingen van Deel 2 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 2023/005/TD/KS en de raming voor de opdracht “Aankoop 2de hands lichte vrachtwagen met laadklep”, opgesteld door de Technische dienst. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt € 37.000,00 excl. btw of € 44.770,00 incl. 21% btw.
De gemeenteraad:
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 140.000,00 niet);
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90, 1°;
Overwegende dat in het kader van de opdracht “Aankoop 2de hands lichte vrachtwagen met laadklep” een bestek met nr. 2023/005/TD/KS werd opgesteld door de Technische dienst;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 37.000,00 excl. btw of € 44.770,00 incl. 21% btw;
Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van 2022 en de overdracht hiervan naar 2023, op budgetcode 2431000/DOM 1/0200 (actie / raming AC000040/MJP000563);
Art. 1: Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 2023/005/TD/KS en de raming voor de opdracht “Aankoop 2de hands lichte vrachtwagen met laadklep”, opgesteld door de Technische dienst. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt € 37.000,00 excl. btw of € 44.770,00 incl. 21% btw.
Art. 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Art. 3: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2022 en de overdracht hiervan naar 2023, op budgetcode 2431000/DOM 1/0200 (actie / raming AC000040/MJP000563).
Art. 4: De bepalingen van Deel 2 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 2023/003/TD/WP en de raming voor de opdracht “Ontgraving kerkhof Tongerlo”, opgesteld door de Technische dienst. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt € 34.640,00 excl. btw of € 41.914,40 incl. 21% btw (€ 7.274,40 btw medecontractant). Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
De gemeenteraad:
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 140.000,00 niet);
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90, 1°;
Overwegende dat in het kader van de opdracht “Ontgraving kerkhof Tongerlo” een bestek met nr. 2023/003/TD/WP werd opgesteld door de Technische dienst;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 34.640,00 excl. btw of € 41.914,40 incl. 21% btw (€ 7.274,40 btw medecontractant);
Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van 2023, op budgetcode 2220000/DOM 1/0680 (actie / raming AC000041/MJP000590);
Art. 1: Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 2023/003/TD/WP en de raming voor de opdracht “Ontgraving kerkhof Tongerlo”, opgesteld door de Technische dienst. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt € 34.640,00 excl. btw of € 41.914,40 incl. 21% btw (€ 7.274,40 btw medecontractant).
Art. 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Art. 3: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2023, op budgetcode 2220000/DOM 1/0680 (actie / raming AC000041/MJP000590).
Art. 4: De bepalingen van Deel 2 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 2023/006/TD/WP en de raming voor de opdracht “Aanpassing wegenis in het kader van veilige schoolomgeving Opstraat”, opgesteld door de Technische dienst. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt € 52.815,25 excl. btw of € 63.906,45 incl. 21% btw (€ 11.091,20 btw medecontractant).
De gemeenteraad:
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 140.000,00 niet);
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90, 1°;
Overwegende dat in het kader van de opdracht “Aanpassing wegenis in het kader van veilige schoolomgeving Opstraat” een bestek met nr. 2023/006/TD/WP werd opgesteld door de Technische dienst;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 52.815,25 excl. btw of € 63.906,45 incl. 21% btw (€ 11.091,20 btw medecontractant);
Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van 2023, op budgetcode 2240007/DOM 1/0200 (actie / raming AC000039/MJP001059);
Art. 1: Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 2023/006/TD/WP en de raming voor de opdracht “Aanpassing wegenis in het kader van veilige schoolomgeving Opstraat”, opgesteld door de Technische dienst. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt € 52.815,25 excl. btw of € 63.906,45 incl. 21% btw (€ 11.091,20 btw medecontractant).
Art. 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Art. 3: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2023, op budgetcode 2240007/DOM 1/0200 (actie / raming AC000039/MJP001059).
Art. 4: De bepalingen van Deel 2 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
Tijdens de gemeenteraad van december vorig jaar informeerden wij al naar de nieuwe huisvesting voor het Rode Kruis, dat voorlopig nog in de nog resterende gebouwen van het oude ziekenhuis gevestigd is. Er werd toen geantwoord dat de gesprekken tussen de stad en het Rode Kruis lopende zijn en dat kerk van de Vostert niet haalbaar zou zijn.
Wij vernamen echter dat er nog steeds geen duurzame oplossing voor het Rode Kruis voorligt en – sterker zelfs – dat er de laatste tijd radiostilte bij de stad heerst. De situatie wordt stilaan bijzonder prangend. Dringende actie vanuit de stad is dan ook vereist.
Het staat buiten kijf dat – overigens volledig vrijwillige – werking van het Rode Kruis bijzonder waardevol is. Niemand twijfelt eraan dat het Rode Kruis voor essentiële dienstverlening in het algemeen belang instaat. Het is onze plicht om er alles aan te doen de lokale werking van het Rode Kruis op het grondgebied van Bree te kunnen blijven verzekeren. Financiële of andere ondersteuning met het oog op nieuwe huisvesting moet dan ook worden geboden indien blijkt dat dit nodig is om de werking te garanderen. Gebeurt dat niet, dan dreigt onvermijdelijk het einde van de werking van het Rode Kruis in Bree en dat moeten we koste wat het kost vermijden.
Om die reden geeft de gemeenteraad het college van burgemeester en schepenen de uitdrukkelijk opdracht om onmiddellijk samen met het Rode Kruis naar een duurzame oplossing voor hun huisvesting te zoeken, in het bijzonder hetzij door een gepast gebouw (dat voldoende ruimte biedt voor het materiaal, opleidingen, stalling van ambulance…) in eigendom van de stad, het OCMW of het AGB aan het Rode Kruis te verhuren, hetzij door – net zoals dat voor andere verenigingen gebeurt – tussen te komen in de huurprijs die het Rode Kruis aan een private verhuurder zal moeten betalen.
Dit agendapunt wordt verworpen.
Collega Drykoningen stelde tijdens de gemeenteraad van 2 mei 2022 de vraag om de toegangswegen tot de WZC Gerkenberg te herstellen.
Deze wegenis behoort toe aan de stad Bree.
Schepen Cober erkende het probleem en antwoordde daarop dat de nodige werken normaal gezien al in 2021 zouden moeten zijn uitgevoerd, maar dat de aannemer het nodige zou doen om de herstellingswerken zo snel mogelijk uit te voeren.
Wij moeten echter vaststellen dat het wegdek van de toegangsweg naar WZC Gerkenberg er op vandaag nog steeds pokdalig bij ligt.
De gemeenteraad geeft dan ook de opdracht aan het college van burgemeester en schepenen om de nodige herstellingswerken zo snel als mogelijk te laten uitvoeren.
Daarnaast zijn ook een aantal maatregelen in functie van de verkeersveiligheid vereist. De toegangsweg naar de parking van de welzijnscampus is onveilig door de begroeiing in de bocht, ook wordt er veel te hard gereden naar de parking toe. Bovendien is de toegangsweg ’s avonds, in het bijzonder ter hoogte van het kruispunt op de hoek aan het oude kloostergebouw, bijzonder slecht verlicht. De gemeenteraad geeft dan ook de opdracht aan het college van burgemeester en schepenen om de nodige maatregelen ter bevordering van de verkeersveiligheid op de toegangsweg richting WZC Gerkenberg te nemen.
Er werd niet gestemd over dit agendapunt.
De voorzitter sluit de zitting op 06/02/2023 om 21:30.
Namens Gemeenteraad,
Stefan Goclon
Algemeen directeur
Jordy Kunnen
Voorzitter