De voorzitter opent de zitting op 06/02/2023 om 21:30.
De notulen van de OCMW-raad van 9 januari 2023, opgesteld volgens de richtlijnen van het DLB, worden goedgekeurd.
De OCMW-raad:
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Gelet op artikelen 32, 74, 277 en 278 van het Decreet over het Lokaal Bestuur met betrekking tot de verslaggeving en notulen van de gemeenteraad en OCMW-raad;
Overwegende dat de notulen in chronologische volgorde alle onderwerpen vermelden die de raad besprak, met de beslissingen en het resultaat van de stemming. De goedkeuring door de raad en de ondertekening door de voorzitter en de algemeen directeur verleent het stuk authenticiteit;
Overwegende dat de algemeen directeur verantwoordelijk is voor de opmaak en het bewaren van de notulen en van het zittingsverslag, dat laatste mag via audio-en/of visuele drager gebeuren;
Art. 1: De notulen van de OCMW-raad van 9 januari 2023, opgesteld volgens de richtlijnen van het DLB, worden goedgekeurd.
Art. 2: De bepalingen van Deel 2, Titel 7 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
Het zittingsverslag, opgesteld volgens de richtlijnen van het DLB, wordt goedgekeurd.
De OCMW-raad:
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Gelet op artikelen 32, 74, 277 en 278 van het Decreet over het Lokaal Bestuur met betrekking tot de verslaggeving en notulen van de gemeenteraad en OCMW-raad;
Gelet op artikelen 32, 74, 277 en 278 van het Decreet over het Lokaal Bestuur met betrekking tot de verslaggeving en notulen van de gemeenteraad en OCMW-raad;
Overwegende dat volgens de richtlijnen van het Agentschap Binnenlands Bestuur Vlaanderen het schriftelijk zittingsverslag een selectie bevat van wat er is gebeurd tijdens de openbare vergadering. Het vermeldt alle besproken onderwerpen en de essentie van de tussenkomsten en van de mondeling en schriftelijk gestelde vragen. De goedkeuring door de raad en de ondertekening door de voorzitter en de algemeen directeur verleent het stuk authenticiteit;
Overwegende dat de algemeen directeur verantwoordelijk is voor de opmaak en het bewaren van de notulen en van het zittingsverslag, dat laatste mag via audio-en/of visuele drager gebeuren;
Art. 1: Het zittingsverslag van de OCMW-raad van 9 januari 2023, opgesteld volgens de richtlijnen van het DLB, wordt goedgekeurd.
Art. 2: De bepalingen van Deel 2, Titel 7 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
De deontologische code voor leden van de OCMW-raad en van het vast bureau wordt hierbij aan de OCMW-raad ter herinnering gebracht.
De OCMW-raad;
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op de nog geldende bepalingen van het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op het feit dat de OCMW-raad op 28 januari 2013 een deontologische code voor de OCMW-raad aannam, ze is bij elke OCMW-raad ter inzage bij de fysieke documenten die de raadsleden kunnen raadplegen;
Overwegende dat het decreet over het lokaal bestuur niet verplicht om de deontologische codes (art. 39, 55, 74) te hernemen wat gemeenteraad, schepencollege, OCMW-raad betreft, deze van kracht zijnde deontologische codes worden jaarlijks in herinnering gebracht. De code van de gemeenteraad is vanzelf ook van toepassing voor het college van burgemeester en schepenen.
Overwegende dat het bijzonder comité van de sociale dienst bij apart besluit van 21 januari 2019 een deontologische code heeft aangenomen, dezelfde code werd ook goedgekeurd door het vast bureau op 27 februari 2019.
Overwegende dat Audit Vlaanderen er ons op heeft gewezen dat de deontologische codes regelmatig ter herinnering moeten worden gebracht aan mandatarissen en aan personeel;
Overwegende dat de deontologische code vanaf nu jaarlijks aan de gemeenteraadsleden ter herinnering wordt gebracht;
Art. 1: De deontologische code d.d. 28 januari 2013 voor leden van de OCMW-raad en van het vast bureau wordt hierbij aan de OCMW-raad ter herinnering gebracht.
Art. 2: De bepalingen van Deel 2, Titel 7 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
De afsprakennota tussen enerzijds het managementteam en de algemeen directeur en anderzijds de gemeenteraad, de OCMW-raad, het college van burgemeester en schepenen (en burgemeester), het vast bureau (en voorzitter) en het bijzonder comité voor de sociale dienst (en voorzitter) wordt hierbij aan de OCMW-raad ter herinnering gebracht.
De OCMW-raad:
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op de nog geldende bepalingen van het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Overwegende dat het decreet over het lokaal bestuur niet verplicht om de afsprakennota tussen enerzijds het managementteam en de algemeen directeur en anderzijds de gemeenteraad, de OCMW-raad, het college van burgemeester en schepenen (en burgemeester), het vast bureau (en voorzitter) en het bijzonder comité (en voorzitter) voor de sociale dienst te hernemen,
Art. 1 De afsprakennota tussen enerzijds het managementteam en de algemeen directeur en anderzijds de gemeenteraad, de OCMW-raad, het college van burgemeester en schepenen (en burgemeester), het vast bureau (en voorzitter) en het bijzonder comité voor de sociale dienst (en voorzitter) wordt hierbij aan de OCMW-raad ter herinnering gebracht.
Art. 2 De bepalingen van Deel 2, Titel 7 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
De pachtovereenkomst voor het perceel Bree, 4e afd., sectie A, nr. 15 met een oppervlakte van 40a00ca, voor een termijn van 9 jaar tegen een jaarlijkse vergoeding conform de Wet van 04 november 1969 wordt goedgekeurd.
De OCMW-raad:
Gelet op de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, BOEK III - TITEL VIII - HOOFDSTUK II, Afdeling 3 : Regels betreffende de pacht in het bijzonder;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 04 november 1969 tot beperking van de pachtprijzen;
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op de nog geldende bepalingen van het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Gelet op het Principebesluit betreffende het verlenen van een pacht op een gedeelte van het perceel gelegen aan de Veldstraat, kadastraal gekend als Bree, 4e Afd., sectie A, 15 van deze raad dd. 07 februari 2022;
Overwegende dat het kwestieuze perceel de afgelopen jaren steeds per loting werd toegewezen aan één van de destijdse gegadigde landbouwers;
Dat het landbouwperceel momenteel echter volledig vrij is van pacht en dergelijke doch reeds via een korte gebruiksovereenkomst in gebruik werd gegeven aan dhr. Rijken;
Dat het te verpachten perceel, eigendom van het O.C.M.W., te weten lot 1 op het verdelingsplan van dhr. Rutten dd. 03/11/2021, zijnde een deel van het perceel Bree, 4e afd., sectie A, nr. 15 met een oppervlakte van 40a00ca, een gelijkaardige oppervlakte heeft als het perceel grond ter hoogte van de Geussensstraat, dat van de familie van de toekomstige pachter werd aangekocht door de stad Bree, met het oog op het ter beschikking stellen en inrichten als parking voor de voetbal KGS Beek-Bree, te weten 43a10ca (kadastraal perceel: 3e afd., sectie B 256/A) (gemeenteraadsbesluit 07/06/2021) ;
Dat omwille van het feit dat de grond in pacht wordt gegeven als oplossing i.h.k.v. de gewenste gebiedsontwikkeling van de voetbalsite in Beek, het gepast voorkomt om de pacht onderhands toe te kennen aan diegene die hiervoor afstand zal doen van een pachtrecht ter hoogte van de voetbalsite, en geen openbare procedure tot pacht te volgen;
Dat de pacht dan ook wordt verleend aan dhr. Erik Rijken, voor een bepaalde duur van 9 jaar (waarna deze eventueel stilzwijgend zou kunnen worden verder gezet voor periode van 9 jaar cfr. de pachtwetgeving);
Dat de pachtvergoeding wordt berekend overeenkomstig de bepalingen van de Wet van 04 november 1969 tot beperking van de pachtprijzen, waardoor de pachtprijs bij aanvang op € 200,82 per jaar wordt gelegd, zodoende dat er geen bijkomend schattingsverslag nodig is;
Dat deze nieuwe pacht werd vervat in de pachtovereenkomst, die onderdeel uitmaakt van dit besluit, die wordt goedgekeurd;
Art. 1: De pachtovereenkomst, met dhr. Rijken wonende te Bree Gerkenbergstraat 7, voor het perceel gelegen aan de Veldstraat, kadastraal gekend als Bree, 4e afd., sectie A, nr. 15 met een oppervlakte van 40a00ca, voor een termijn van 9 jaar tegen een jaarlijkse vergoeding conform de Wet van 04 november 1969 en die aanvangt op € 200,82, die integraal deel uitmaakt van dit besluit wordt goedgekeurd.
Art. 2: De voorzitter van het Vast Bureau mevrouw Liesbeth Van der Auwera en de algemeen directeur, de heer Stefan Goclon worden gemachtigd tot het ondertekenen van de pachtovereenkomst.
Art. 3: De bepalingen van Deel 2, Titel 7 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
De OCWM-raad keurt principieel de openbare verkoop van 2 percelen goed, belast het Vast Bureau met de verdere samenstelling van het dossier en Notariskantoor Fransman- Daelemans & Schotsmans met de procedure tot openbare verkoop.
De OCMW-raad:
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op de nog geldende bepalingen van het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad dd. 07 juni 2021;
Gelet op het principebesluit betreffende het verlenen van een pacht op een gedeelte van het perceel gelegen aan de Veldstraat van deze raad dd. 07/02/2022;
Overwegende dat het perceel Bree, 4e afd., sectie A, nr. 15 de afgelopen jaren steeds per loting werd toegewezen aan één van de destijdse gegadigde landbouwers;
Dat het perceel zal worden verdeeld in 2 loten, zoals ingetekend op het verdelingsplan van dhr. Mathieu Rutten dd. 03/11/2021, waarvan 1 lot zal worden verpacht;
Dat het te verpachten perceel (te weten lot 1 op voormelde verdelingsplan met een oppervlakte van 40a00ca) een gelijkaardige oppervlakte heeft als het perceel grond ter hoogte van de Geussensstraat, dat van de familie van de toekomstige pachter werd aangekocht door de stad Bree, met het oog op het ter beschikking stellen en inrichten als parking voor de voetbal KGS Beek-Bree, te weten 43a10ca (kadastraal perceel: 3e afd., sectie B 256/A) (gemeenteraadsbesluit 07/06/2021) ;
Dat de OCMW-raad heden tevens de pachtovereenkomst met dhr. Rijken zal goedkeuren;
Dat het overige deel van het perceel Bree, 4e afd., sectie A, nr. 15, te weten het lot 2 op voormeld verdelingsplan met een oppervlakte van 1 ha 05a 00ca, tevens volledig vrij is van pacht, gebruik of dergelijke;
Dat dit perceel geen openbaar nut meer heeft en dat het dan ook kan worden verkocht;
Overwegende dat ook het andere perceel, Bree, 4e Afd. sie A nr. 192 met een oppervlakte van 17a 40ca in diezelfde buurt gelegen is en tevens vrij is van pacht of dergelijke;
Dat ook dit perceel geen openbaar nut of dergelijke meer heeft en dat het dan ook kan worden verkocht;
Art. 1: Principiële goedkeuring te verlenen inzake de openbare verkoop van de hierna vermelde goederen:
- het perceel ten kadaster gekend als Bree, 4e Afd. sie A nr. 192 met een oppervlakte van 17a 40ca
- deel van het perceel ten kadaster gekend als Bree, 4e Afd. sie A nr. 15 met een oppervlakte van 1ha 05a 00ca (zoals ingetekend op het verdelingsplan opgesteld door landmeter- expert Mathieu Rutten dd. 03/11/2021 en aldaar benoemd als lot 2).
Art. 2: Het Vast Bureau te belasten met de verdere samenstelling van dit dossier ( o.a. opstellen verkoopsbelofte, aanvragen schatting, verdelingsplan,...)
Art. 3: Schepen en lid van de raad voor maatschappelijk welzijn Katja Verheyen en de algemeen directeur, de heer Stefan Goclon te machtigen tot het ondertekenen van de eventuele verkoopsbelofte en de authentieke akte.
Art. 4: Afschrift van dit besluit te bezorgen aan notariskantoor Fransman- Daelemans & Schotsmans, met de vraag om de procedure tot openbare verkoop op te starten en om toepassing te maken van art. 161 Wetboek Registratierechten.
Art. 5: De bepalingen van Deel 2, Titel 7 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
Goedkeuring van de bijlage (gelijkgestelde periodes in het kader van de COVID-19-pandemie) bij het reglement houdende de oprichting en administratieve en technische modaliteiten van het collectief pensioenplan ten voordele van de contractuele personeelsleden.
De OCMW-raad:
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op de nog geldende bepalingen van het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op de wet van 6 augustus 1993 betreffende de pensioenen van het benoemd personeel en het belastingsstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid;
Gelet op de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid;
Gelet op de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen;
Gelet op het sectoraal akkoord 2008-2013 voor het personeel van de lokale en provinciale besturen, afgesloten in het Vlaamse onderhandelingscomité C1 van 19 november 2008;
Gelet op het kaderreglement tweede pensioenpijler contractanten dat met de representatieve vakorganisaties onderhandeld werd in het Vlaamse onderhandelingscomité C1 van 9 december 2009;
Gelet op de oprichting van een collectief pensioenplan voor de contractuele personeelsleden door het provinciebestuur van Limburg, conform het provincieraadsbesluit van 17.12.2008, voor zijn contractuele personeelsleden en de goedkeuring van een reglement voor het gezamenlijk organiseren van een collectief pensioenplan met de Limburgse gemeenten en OCMW’s conform het besluit van de provincieraad van 16.09.2009;
Gelet op de oprichting van een tweede pensioenpijler voor de contractueel tewerkgestelde personeelsleden, binnen de stad en het ocmw, met ingang van 1 januari 2010, door het instellen van een collectief pensioenplan;
Gelet op het reglement voor het collectief pensioenplan voor de tweede pijler voor contractuelen waarin door het stadsbestuur en ocmw bestuur de principes, modaliteiten en verplichtingen van dit plan vastgelegd werden, rekening houdend met de wettelijke verplichtingen en mogelijke toekomstige modaliteiten;
Gelet op artikel 10 van de Wet van 7 mei 2020 houdende uitzonderlijke maatregelen in het kader van de COVID-19-pandemie inzake pensioenen, aanvullende pensioenen en andere aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid;
Overwegende dat wij als lokaal bestuur Bree ervoor kiezen om de dekkingen leven, overlijden en arbeidsongeschiktheid voor werknemers in tijdelijke werkloosheid wegens de COVID-19-crisis te behouden;
Art. 1: De ocmw raad besluit over te gaan tot de goedkeuring van de bijlage (gelijkgestelde periodes in het kader van de COVID-19-pandemie) bij het reglement houdende de oprichting en administratieve en technische modaliteiten van het collectief pensioenplan ten voordele van de contractuele personeelsleden bij de stad en het ocmw dat op 1 januari 2010 werd vastgesteld en dat deel uitmaakt van het raadsbesluit en latere besluiten. De bijlage van het reglement maakt deel uit van de bijlage van dit raadsbesluit.
Art. 2: Deze bijlage treedt in werking op 13 maart 2020 en wordt gehecht aan het pensioenreglement.
Art. 3: De bepalingen van Deel 2, Titel 7 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing.
De voorzitter sluit de zitting op 06/02/2023 om 21:40.
Namens OCMW raad,
Stefan Goclon
Algemeen directeur
Jordy Kunnen
Voorzitter