De burgemeester:
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;
Gelet op het e-mailbericht vanwege de lokale politiedienst Carma dd. 05/06/2024;
Gelet op het bestuurlijk verslag dd. 03/06/2024;
Algemene context:
Lachgas (distokstofmonoxide, N²O) is een kleurloos, niet-irriterend, zoet geurend en zoetsmakend gas. Normaal gesproken wordt het gebruikt als een kortdurende pijnstiller in de medische wereld. Lachgas remt immers de pijnprikkels, werkt kalmerend, veroorzaakt een milde roes en kan psychedelische effecten teweegbrengen. Daarnaast is het ook terug te vinden in de voedingsindustrie, de farmacie, de chemie, de elektronica-industrie en de auto en motorsportwereld. Omwille van de effecten op het bewustzijn en de laagdrempeligheid (legaal en gemakkelijk verkrijgbaar, al is er wel een verbod op verkoop van lachgaspatronen aan minderjarigen) is lachgas zeer populair als roesmiddel. Het wordt door jongeren en jongvolwassenen niet of nauwelijks als drugs beschouwd. Daarom maakt het product de laatste jaren een opmars onder deze leeftijdscategorieën. In tegenstelling tot het initiële doel ervan, wordt het lachgas recreatief gebruikt als roesmiddel (hierna “oneigenlijk gebruik” Burgemeestersbesluit - 2 genoemd). Zo wordt lachgas regelmatig oneigenlijk gebruikt op en/of onderweg naar o.a. feestjes, festivals en tal van andere openbare plaatsen. Dit gebeurt op twee manieren. Bij de eerste methode wordt het lachgas rechtstreeks ingeademd vanuit kleine capsules/lachgaspatroon of grote lachgasflessen. Dit is niet veilig aangezien de lippen, mond, keel en longen van de gebruiker kunnen bevriezen. De tweede methode houdt in dat het lachgas eerst wordt opgevangen in ballonnen. Daarna wordt de inhoud van de ballon door de oneigenlijke gebruiker geïnhaleerd. Er zijn echter tal van ernstige risico’s verbonden aan het oneigenlijk lachgasgebruik, vooral als men frequent gebruikt, grote hoeveelheden inhaleert of het op een onveilige manier gebruikt, met name op het vak van:
1. Openbare gezondheid: Ongecontroleerd gebruik van lachgas kan risico’s inhouden voor de gezondheid van de gebruiker, en dit zowel op korte termijn (inname te hoge dosis,…) als op langere termijn (effecten van herhaaldelijk gebruik). Dit geldt evenzeer voor omstaanders wanneer het lachgas, al dan niet met opzet (bv. lekken), wordt vrijgelaten in een gesloten ruimte. Ook de kans op secundaire verwondingen ten gevolge van de roes (bv. flauwvallen) is sterk aanwezig. Bij het inhaleren vanuit de gasfles, kunnen de lippen, mond, keel en zelfs van de longen van de persoon bevriezen. Tevens kunnen de schadelijke metaaldeeltjes van de lachgaspatronen in de longen terechtkomen.
2. Overlast/openbare rust: Overlast veroorzaakt vaak ergernis of stress bij de burger. Het bestaat in vele vormen en komt veelvuldig voor. Doordat oneigenlijke gebruikers van lachgas in een roes geraken, lachbuien krijgen en ze zich meestal euforisch, ontremd en uitgelaten voelen, gaat het vaak gepaard met geluidsoverlast. Lachgas kan tevens kleurrijke hallucinaties veroorzaken, alsook verwardheid en duizeligheid tot gevolg hebben. Men kan opgewonden geraken of agressief en vernielzuchtig, waardoor de gebruiker een risico kan zijn voor zichzelf en anderen (bv. slagen en verwondingen of schade aan goederen). Tevens worden de slagroompatronen en gebruikte ballonnen vaak achtergelaten waardoor zwerfvuil ontstaat. Sluikstorten wordt in vele gemeentes door de burger in de top drie van meest storende vorm van overlast geplaatst. Lachgas wordt bovendien vaak door jongeren in groep gebruikt waardoor het tevens de algemene problematiek van hangjongeren met zich meebrengt. We denken hierbij aan alcohol- en/ of druggebruik en het onveiligheidsgevoel dat ze door hun daaropvolgend gedrag kunnen creëren.
3. Openbare veiligheid: Naast de hogervermelde agressiviteit en vernielzuchtigheid van de oneigenlijke gebruiker, heeft het inhaleren van lachgas ook een negatief effect op het coördinatie- en reactievermogen van de bestuurder van een voertuig in het verkeer waardoor de fysieke integriteit van andere weggebruikers en omstaanders net als de veiligheid van goederen minstens potentieel in gevaar wordt gebracht. Dit kan onaanvaardbare gevolgen zoals (zware) verkeersongevallen met zich mee brengen. Daarnaast is lachgas een gevaarlijk gas dat brand kan veroorzaken of bevorderen. Het is een oxiderend gas dat onder druk bewaard wordt waardoor er een ontploffingsgevaar ontstaat bij opwarming. Roken tijdens het gebruik of het hanteren van lachgas is vanzelfsprekend erg gevaarlijk. Er is ook gevaar op lekken en mechanische beschadigingen. Lachgasflessen zouden nooit mogen vallen, schuiven of rollen. Het is echter een veelvoorkomende vaststelling dat lachgasflessen los in het voertuig liggen zonder enige voorzorgsmaatregelen met alle gevaren eraan verbonden. Als laatste komen de lachgasflessen die de politie bij controles tegenkomt regelmatig uit illegale circuits. Als gevolg hiervan zijn ze vaak her-/overvuld. Hierdoor is er geen zekerheid dat er lachgas in de gasfles zit. Rekening houdend met het feit dat er op een groot deel van de flessen geen (correcte) etikettering wordt aangebracht, kunnen het eveneens om andere gevaarlijke gassen gaan.
Overwegende dat lachgas een legaal product is;
Dat bovendien burgers het recht hebben om vrij over hun goederen te beschikken op de manier zoals zij dat wensen met dien verstande dat er hierbij geen inbreuk mag gemaakt worden op de toepasselijke wetgeving en/of de openbare orde niet in het gedrang gebracht mag worden;
Dat ter vrijwaring van de openbare orde, de burgemeester de noodzakelijke beperkingen kan opleggen voor het uitoefenen van het recht om vrij over diens goederen te beschikken en het recht op vrijheid van handel en nijverheid;
Dat er voldoende elementen zijn waaruit blijkt dat de lachgasfles/-patronen, een verstoring vormen voor de openbare orde;
Dat de vrijwaring van de openbare orde een algemeen belang is dat primeert op het privaat belang van de bezitter/eigenaar van de goederen;
Dat het bezit en oneigenlijk gebruik van lachgas een verstoring van de openbare orde veroorzaakt, zoals blijkt uit het bestuurlijke verslag van PZ CARMA;
Dat met andere woorden het bezit en oneigenlijk gebruik van lachgas resulteren in een verstoring van de openbare orde die het opleggen van een bestuurlijke maatregel door de burgemeester inzake het lachgas rechtvaardigt;
Overwegende dat de bestuurlijke overheid tot taak heeft om de openbare veiligheid, gezondheid en rust van haar inwoners op haar grondgebied te waarborgen;
Dat de stad alle inbreuken op de openbare veiligheid, met inbegrip van overlast, moet trachten te doen ophouden en het risico hierop zoveel mogelijk moet beperken;
Dat met het oog op het bereiken van deze doelstelling de burgemeester beschikt over de bevoegdheid om bestuurlijke maatregelen op te leggen met een individuele draagwijdte;
Dat het de burgemeester toekomt te beslissen welke maatregel de meest geëigende is om de openbare rust en veiligheid te vrijwaren;
Overwegende dat de burgemeester concrete en afdoende maatregelen neemt om de verstoring van de openbare orde te voorkomen;
Dat dit in casu gebeurt door de vernietiging van de in beslag genomen lachgasflessen/- patronen;
Overwegende dat de burgemeester in artikel 135 Nieuwe Gemeentewet niet wordt beperkt in de keuze van bestuurlijke maatregelen, doch in casu de vernietiging van het lachgas de enige afdoende maatregel is;
Dat de risico’s voor de openbare orde namelijk zouden hernemen indien de lachgasflessen/- patronen zouden worden teruggegeven;
Dat de initiële bezitter in dat geval de lachgasflessen opnieuw op een oneigenlijke manier zou kunnen gebruiken;
Dat bovendien de gevaren inzake het bezit van lachgas evenzeer blijven gelden;
Dat lachgasflessen regelmatig opnieuw gevuld worden, eventueel met andere gevaarlijke gassen, waardoor het hergebruik van het lachgasflessen door andere ondernemingen geen optie is;
Dat de lachgasflessen dus als afval dienen te worden beschouwd en op een correcte manier dienen te worden vernietigd;
Overwegende dat het, gelet op het bovenstaande vaststaat dat het noodzakelijk is in het kader van de openbare orde, om bij bestuurlijke maatregel de in beslag genomen lachgasflessen/-patronen te vernietigen;
Art. 1: Ter vrijwaring van de openbare orde worden alle lachgasflessen/-patronen die op 25/02/2024 en 16/03/2024 door PZ CARMA in beslag genomen werden, vernietigd.
Art. 2: Dit besluit treedt onmiddellijk bij de kennisgeving in werking.
Art. 3: In toepassing van de gecoördineerde wetten op de Raad van State kan een verzoekschrift tot schorsing of nietigverklaring bij de Raad van State worden ingediend tegen de deze beslissing. Het verzoekschrift moet, gedateerd en ondertekend, vergezeld worden van het vereiste aantal eensluidend verklaarde afschriften en van een afschrift van de bestreden beslissing. De termijn voor het indienen van een beroep bij de Raad van State bedraagt 60 dagen vanaf de kennisgeving. Op hetzelfde ogenblik als zij haar verzoekschrift indient, stuurt de verzoekende partij een kopie daarvan ter informatie aan de verwerende partij. De verzoekende partij mag zich laten vertegenwoordigen of bijstaan door een advocaat. De verzending naar de Raad van State gebeurt bij ter post aangetekende brief naar het volgende adres: Wetenschapsstraat 33 — 1040 Brussel. Meer informatie op http://www.raadvst-consetat.be/, doorklikken naar 'procedure' > 'bestuursrechtspraak'.
Art. 4: De bepalingen van Deel 2, Titel 7 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, meer bepaald deze inzake de melding en bekendmaking, zijn op dit besluit van toepassing